Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende, eenmanszaak) had ten gevolge van een fietsongeval recht op daggeldvergoedingen op basis van een door hem afgesloten ongevallenverzekering en heeft dit (vorderings)recht gecedeerd aan een vennootschap. De verzekeraar heeft de vergoedingen na een vonnis van de rechter uitgekeerd aan de vennootschap.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Inspecteur de uitkering van de daggeldvergoedingen terecht tot het belastbaar inkomen van X heeft gerekend. De overdracht van het recht doet geen afbreuk aan de persoonlijke band tussen X en de uitkering. De Rechtbank oordeelt voorts dat de uitkering een periodieke uitkering is en geen winst uit onderneming van X. Het recht op de uitkering is ontstaan door een fietsongeval dat X in privé heeft gehad.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
31 mei 2024
Rolnummer
23/2875
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:8422
NLF-nummer
NLF 2024/1426
Aflevering
18 juni 2024
bwbr0011353&artikel=2.3,bwbr0011353&artikel=2.3,bwbr0011353&artikel=2.14,bwbr0011353&artikel=2.14,bwbr0011353&artikel=3.2,bwbr0011353&artikel=3.2,bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0011353&artikel=3.100,bwbr0011353&artikel=3.100

Naar de bovenkant van de pagina