Direct naar content gaan

Samenvatting

De Finse vennootschap ‘A Oy’ verleent financiële diensten. De zakelijke klanten van de vennootschap zijn actief in sectoren waar vorderingen een korte omlooptijd hebben, waarbij de zakelijke klant onmiddellijk over de verwachte geldmiddelen wil beschikken. Hiertoe werkt de vennootschap (de factor) met factoring via verpanding, waarbij een krediet wordt verleend aan een klant in ruil voor uitstaande vorderingen. Er is ook een factoring via cessie van vorderingen, hierbij verbindt de factor zich tot koop van de gefactureerde vorderingen van de klant.

De centrale belastingcommissie stelt dat deze manier van factoring aan btw onderworpen is voor zover zij een tegenprestatie is voor diensten op het gebied van beheer en inning van vorderingen.

Volgens de Korkein hallinto-oikeus (Finland) valt factoring via factuurfinanciering onder de werkingssfeer van de Btw-richtlijn. Het is echter niet duidelijk hoe de vrijstellingsbepalingen van deze richtlijn uitgelegd moeten worden in dit kader. Zij heeft daarom aan het HvJ een aantal prejudiciële vragen gesteld.

De verwijzende rechter wil onder andere verduidelijking of kan worden aangenomen dat de factor die de vorderingen van zijn klant koopt, tegelijkertijd aan die klant diensten verkoopt die ten dele binnen de werkingssfeer van die richtlijn vallen. Tevens wil zij uitleg over de financieringscommissie die een tegenprestatie vormt voor het verstrekken van de kredietverlening, en of en waar dit in artikel 135 Btw-richtlijn past.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2022-2023
Instantie
HvJ
Datum instantie
17 mei 2024
Rolnummer
C-232/24
NLF-nummer
NLF 2024/1293
Aflevering
4 juni 2024
bwbv0001506&artikel=267,bwbv0001506&artikel=267,celex32006l0112&artikel=135,celex32006l0112&artikel=135

Naar de bovenkant van de pagina