Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Deze zaak gaat over BC, zus en erfgename van een overleden vrouw (XY). De nalatenschap van XY bestaat uit roerende en onroerende goederen in België en Frankrijk. BC is verplicht om zich tot een notaris te wenden om de erfbelastingaangifte op te stellen. Zij heeft daarom geld betaald voor het emolument van een Franse notaris, die een erfbelastingaangifte in Frankrijk heeft opgesteld over de goederen die zich daar bevinden. Tevens heeft zij een Belgische notaris betaald, die de erfbelastingaangifte heeft opgesteld in België, welke betrekking had op alle goederen in Frankrijk en België, maar met vermindering van de belastingen die in Frankrijk zijn betaald. De zaak gaat over de dubbele bezoldiging die betaald is.

De nalatenschap van XY heeft betrekking op zowel Frankrijk als België, en er is sprake van persoonlijk kapitaalverkeer. De verwijzende rechter vraagt zich af of het betalen van een dubbele bezoldiging van de notarissen van twee lidstaten in strijd is met artikel 63, lid 2, VWEU. In dit kader heeft zij vier prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2020
Instantie
HvJ
Datum instantie
28 juni 2024
Rolnummer
C-321/24
NLF-nummer
NLF 2024/1704
Aflevering
23 juli 2024
bwbv0001506&artikel=267,bwbv0001506&artikel=267

Naar de bovenkant van de pagina