Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze strafzaak heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat X moet worden veroordeeld voor feitelijk leiding geven aan valsheid in geschrift, belastingfraude en feitelijk leiding geven aan gewoontewitwassen. Daarmee heeft X zich naar het oordeel van de officier van justitie in de periode van 20 juni 2006 tot en met 13 juni 2013 een wederrechtelijk inkomen verschaft van € 6.445.393,20. Dit inkomen heeft X niet aan de Belastingdienst opgegeven. De officier van justitie merkt dit bedrag aan als wederrechtelijk verkregen voordeel en heeft gevorderd dit bedrag aan de betrokkene te ontnemen.

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk voordeel aan X en Rechtbank Oost-Brabant stelt de verdediging in het gelijk.

Artikel 74 AWR beoogt te voorkomen dat aan een betrokkene een ontnemingsmaatregel wordt opgelegd met betrekking tot de opbrengst van een bij de belastingwet strafbaar gesteld feit. Deze uit artikel 74 AWR voortvloeiende beperking houdt ermee verband, zo volgt uit de wetsgeschiedenis, dat de overheid beschikt over een eigen instrumentarium om uit de belastingwet voortvloeiende schulden in te vorderen, om zo het nadeel dat de overheid lijdt als gevolg van het bij de belastingwet strafbaar gestelde feit, ongedaan te maken.

Gelet op het vorenstaande staat artikel 74 AWR in de weg aan oplegging van een ontnemingsmaatregel voor zover deze betrekking heeft op wederrechtelijk verkregen voordeel dat correspondeert met het belastingnadeel, dat wil zeggen de belastingschuld die met het begaan van een bij de belastingwet strafbaar gesteld feit is ontweken (HR 23 november 2021, 19/05145, ECLI:NL:HR:2021:1703). Naar het oordeel van de Rechtbank doet een dergelijke situatie zich hier voor.

De vordering van de officier van justitie wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2006 t/m 2013
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
24 mei 2024
Rolnummer
82-067790-22
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:2203
Auteur(s)
mr. B.J.G.L. Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2024/1489
Aflevering
25 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6471
bwbr0002320&artikel=74,bwbr0002320&artikel=74

Naar de bovenkant van de pagina