Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak was in geschil of een fiscale eenheid in 1997 een verlies van fl. 431.436.273 in aanmerking mocht nemen. De inspecteur en het Hof hadden dat niet toegestaan. Ook het door de fiscale eenheid ingestelde cassatieberoep wordt verworpen. Volgens de Hoge Raad heeft het Hof terecht beslist dat de waardedaling van de aandelen in de periode tussen de obligatoire overeenkomst en de levering onder de deelnemingsvrijstelling valt. Daarbij is het niet van belang dat het ging om (rechten op) nieuw uit te geven aandelen. Dit oordeel is van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1997
Instantie
HR
Datum instantie
22 april 2005
Rolnummer
40.562
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AT4491
bwbr0002672&artikel=15ab&lid=6

Naar de bovenkant van de pagina