Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze zaak is de voorlopige aanslag over 2008 mede gebaseerd op een inkomen uit aanmerkelijk belang dat incidenteel was genoten over 2007. Aan de orde is in hoeverre het zorgvuldigheidsbeginsel vergt dat het opleggen van een voorlopige aanslag niet alleen wordt gebaseerd op de bij de inspecteur bekende gegevens over het voorafgaande jaar, maar ook op gegevens die betrekking hebben op eerdere jaren. Een en ander in verband met de vraag of het (geautomatiseerd) opleggen van een voorlopige aanslag slechts op basis van gegevens van het voorafgaande jaar, zoals in deze zaak is gebeurd, er na tegemoetkoming ingevolge bezwaar toe moet leiden dat de inspecteur gehouden is tot vergoeding van de kosten die een belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken.
Volgens de Hoge Raad is dat het geval. Het Hof heeft terecht een kostenvergoeding toegekend, aldus de Hoge Raad. Het cassatieberoep van de Minister wordt ongegrond verklaard. Conform A-G IJzerman.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2008
Instantie
HR
Datum instantie
10 juni 2011
Rolnummer
10/01744
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BO7526
ECLI:NL:PHR:2011:BO7526
bwbid=bwbr0&artikel=13,bwbid=bwbr0&artikel=7:15

Naar de bovenkant van de pagina