Direct naar content gaan

Samenvatting

Het kabinet wil de openbare personenvennootschap als non-transparant behandelen voor de Wet bronbelasting 2021 (Wet BB 2021) ter zake van renten en royalty’s. Lex van Heijningen en Michael van Gijlswijk onderzoeken hoe deze non-transparantie uitwerkt. Ze concluderen dat de toelichting tekortschiet, de Wet BB 2021 moet worden aangepast, toegelicht moet worden hoe bepaalde begrippen moeten worden ingevuld, dat de stille en openbare personenvennootschap voor de inhoudingsplicht gelijk moeten worden behandeld en de non-transparantie niet moet gelden in de voordeelgerechtigdesfeer. Alles in overweging nemend zijn ze van mening dat de openbare personenvennootschap, net als de stille, ‘gewoon’ als transparant moet worden behandeld voor de Wet BB 2021.

NLF-W artikel

1. Inleiding

In oktober 2022 is een herzien voorontwerp van de Wet modernisering personenvennootschappen geconsulteerd. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen een openbare en een stille personenvennootschap. Het wezenlijke onderscheid tussen de twee is dat een openbare personenvennootschap rechtspersoonlijkheid bezit en een stille personenvennootschap niet. Deze rechtspersoonlijkheid kent overigens een eigen karakter en is niet te vergelijken met de rechtspersoonlijkheid van een kapitaalvennootschap. Ondanks die rechtspersoonlijkheid is een openbare personenvennootschap transparant voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, schenk- en erfbelasting en dividendbelasting. Voor onder meer de Wet bronbelasting 2021 (hierna: Wet BB 2021) is de openbare personenvennootschap daarentegen fiscaal non-transparant, met uitzondering van dividenden waarvoor zij wel weer transparant is.

In deze bijdrage gaan wij in op de voorgenomen non-transparantie van de openbare personenvennootschap voor de Wet BB 2021. Daartoe behandelen wij eerst de (achtergrond van de) Wet BB 2021 en hoe een transparante personenvennootschap daarin is ingepast (paragraaf 2). We onderzoeken of er situaties met personenvennootschappen zijn die naar de bedoeling van de Wet BB 2021 daaronder horen te vallen, maar dat momenteel niet doen. Vervolgens gaan we in op de voorgestelde non-transparantie van openbare personenvennootschappen voor de Wet BB 2021 (paragraaf 3). Daarna onderzoeken we of en, zo ja, wanneer betalingen door en aan openbare personenvennootschappen binnen het bereik van de Wet BB 2021 vallen (voorbijgaand aan de belastingverdragen; paragraaf 4). Daarna vergelijken we de openbare met de stille personenvennootschap (paragraaf 5). We sluiten af met een conclusie.

Log hier in om verder te lezen

bwbr0002320&artikel=4,bwbr0002672&artikel=2&lid=12,bwbr0002672&artikel=3&lid=10,bwbr0002672&artikel=3&lid=11,bwbr0002672&artikel=3&lid=12,bwbr0002672&artikel=3&lid=4,bwbr0002672&artikel=3&lid=5,bwbr0002672&artikel=3&lid=6,bwbr0002672&artikel=3&lid=7,bwbr0002672&artikel=3&lid=8,bwbr0002672&artikel=3&lid=9,bwbr0042952&artikel=1.2,bwbr0042952&artikel=1.3,bwbr0042952&artikel=2.1,bwbr0042952&artikel=3.3,bwbr0042952&artikel=3.4

Naar de bovenkant van de pagina