Direct naar content gaan

Samenvatting

De ondernemingsactiviteiten van een vof bestaan uit de inkoop en verkoop van (voornamelijk) gouden sieraden. X (belanghebbende) en haar echtgenoot zijn de vennoten.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Inspecteur aan X navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd van resp. € 1.125.807 (2012), € 961.106 (2013), € 452.299 (2014) en € 453.924 (2015).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor alle jaren aannemelijk is dat de vereiste aangiften niet zijn gedaan.

De Inspecteur heeft de schattingen waarop de navorderingsaanslagen berusten, gebaseerd op verschillende correcties die volgen uit een boekenonderzoek. Daarbij is hij uitgegaan van de administratie van X. Rechtbank Gelderland heeft de navorderingsaanslagen met 20% verminderd omdat aannemelijk is dat een deel van de door handelaar A aangeleverde sieraden is omgesmolten en terug is gestuurd naar A.

De Inspecteur heeft, na de vermindering door de Rechtbank, naar het oordeel van het Hof de aanslagen niet naar willekeur vastgesteld. Het Hof acht X er niet in geslaagd het verzwaarde (tegen)bewijs te leveren dat de geschatte correcties lager zijn.

Het standpunt van X dat het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel is geschonden wordt verworpen omdat in casu het Unierecht niet ten uitvoer wordt gebracht.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012-2015
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
21 mei 2024
Rolnummer
21/978; 21/979; 21/980; 21/981; 21/982; 21/983; 21/984; 21/985
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:3480
NLF-nummer
NLF 2024/1305
Aflevering
4 juni 2024
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina