Direct naar content gaan

Samenvatting

In 2018 verrichtte X (belanghebbende) werkzaamheden voor een bv als krantenbezorger en gebruikte hiervoor zijn privéauto. Hij ontving € 12.716 aan inkomsten, inclusief een vergoeding van € 0,25 per stop. In zijn aangifte IB/PVV 2018 gaf hij echter € 8.742 aan als loon. De Inspecteur stelde het resultaat uit overige werkzaamheden (row) echter vast op € 12.716.

X maakte daartegen bezwaar en corrigeerde zijn aangifte, waarbij hij € 8.367 aan reiskosten aftrok. Deze kosten waren gebaseerd op 20.916 kilometers tegen € 0,40 per kilometer. Hij onderbouwde dit met een overzicht van ritten en betalingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat zakelijke reiskosten met een privéauto aftrekbaar zijn tot € 0,19 per kilometer (artikel 3.95 en 3.17 Wet IB 2001). X heeft geen onbelaste reiskostenvergoeding ontvangen van de opdrachtgever, waardoor hij € 0,19 per kilometer mocht aftrekken. Dit kwam neer op € 3.974 (20.916 km × € 0,19).

De Inspecteur had eerder al € 1.612 aan reiskosten toegestaan. Daarom werd de totale reiskostenaftrek gecorrigeerd naar € 3.974 minus € 1.612, wat neerkomt op € 2.362 aanvullende aftrek. Hierdoor wordt het row-resultaat door de Rechtbank lager vastgesteld en wordt de aanslag IB/PVV 2018 verlaagd naar een belastbaar inkomen van € 48.398.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
20 juni 2024
Rolnummer
23/641; 23/990
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:4244
NLF-nummer
NLF 2024/1574
Aflevering
2 juli 2024
bwbr0011353&artikel=3.17,bwbr0011353&artikel=3.17,bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.95,bwbr0011353&artikel=3.95

Naar de bovenkant van de pagina