Politieke column
Bij een echt simpel belastingstelstel kunnen belastingplichtigen met twee vingers in de neus aan hun fiscale verplichtingen voldoen. Belastingadvies is dan opendeurenwerk en in wezen grotendeels volstrekt overbodig. Zover is het niet. Zover zal het waarschijnlijk ook niet snel komen, want zelfs het realiseren van één btw-tarief blijkt voor politici en beleidsmakers een bijkans onbeklimbare berg. Belastingadvies zal dus nodig blijven als gids om in het oerwoud aan regels en voorwaarden het juiste pad te vinden. Prima verder. Er is veel werk, dus zijn er ook veel belastingadvieskantoren.
Vanzelfsprekend is er een spanningsveld tussen het belastingadvies door adviseurs én de handhaving door de Belastingdienst. De persoonlijke verhoudingen tussen adviseurs en ambtenaren zijn doorgaans niet heel slecht. Er zijn overlegstructuren en in de opleiding van professionals wordt samengewerkt. Adviseurs en ambtenaren hebben daarentegen wel een andere rol, en bovenal een ander belang. Die jeukteksten dat beiden aan dezelfde kant van het belastingtouw staan te trekken zijn goed voor een tegeltje, maar staan los van de praktijk. Adviseur en Inspecteur spelen een zakelijke wedstrijd, maar ze zitten nu eenmaal niet in hetzelfde team.
Naast burgers en bedrijven hebben ook overheidsinstanties advies nodig om de fiscale spaghetti te ontwarren. Bijna alle ministeries en uitvoeringsdiensten van de Rijksoverheid zijn voor hun advies verplicht te kiezen uit de belastingadvieskantoren Deloitte, EY, PwC, Baker Tilly en BDO. Dit geldt voor de komende vier jaar. Het genoemde vijftal heeft namelijk recent de aanbesteding ‘fiscale adviesdiensten’ gewonnen.
Onderdeel van deze aanbesteding was ook het perceel voor extern onderzoek op financieel gebied. Voor dat perceel zijn onder andere de belastingadvieskantoren EY, KPMG en PwC (opnieuw) geselecteerd. Zoiets is verder nauwelijks opzienbarend, totdat de Belastingdienst onderzoeken extern uitzet. Dan is het slecht nieuws en ontstaat ongemak. In de wetenschap wordt wel eens gemopperd dat dergelijke onderzoeken aan universiteiten voorbijgaan. Een kattenbelletje naar een fiscale vakgroep om in een regeling te duiken is echter niet mogelijk zolang universiteiten niet als voorkeursleverancier zijn aangemerkt.
Drie recente onderzoeken naar het wel en wee van de Belastingdienst zijn in dit verband noemenswaardig. PwC heeft een onderzoek verricht naar het gewenste (minimale) toezichtsniveau van de Belastingdienst, zodat uitvoerende dienstonderdelen een kader hebben om hun werkzaamheden aan af te meten. Naast een wat meer theoretische insteek heeft PwC de huidige wijze van toezicht en controle van de Belastingdienst onder de loep genomen.
KPMG onderzocht daarnaast de afhandeling van bezwaarschriften in de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Het advieskantoor dook daarbij ook in de boekenonderzoeken bij het mkb, waarbij de werkwijze van de Belastingdienst is belicht. KPMG verrichtte verder een onderzoek naar het inmiddels stopgezette Risico Analyse Model (RAM), wat zeg maar een door de Belastingdienst zelfgevormde overkoepelende database betrof met gegevens van belastingplichtigen uit verschillende systemen.
Het is raar om enerzijds met de ‘adviespet’ cliënten te adviseren over het belastingstelsel en de handhaving erop door de Belastingdienst en anderzijds met de ‘onderzoekspet’ diepgaande kennis van de handhavingsdienst te vergaren. Als onderzoeker krijg je immers inzicht in de haarvaten van een organisatie, zoals de besluitvorming, de gemaakte afwegingen, de prioritering en vooral ook de zwakke plekken. Als je weet waar het toezicht zwak is of waar de boekenonderzoeken zich niet op richten, laat je die kennis dan weg als je cliënten aan tafel hebt zitten?
Ongetwijfeld zal binnen advieskantoren sprake zijn van ‘Chinese muren’. En iedereen is natuurlijk opperdetop integer. Mijn punt: bind de advieskat niet op het belastingspek. Voorkom de curieuze situatie dat binnen sommige belastingadvieskantoren de Belastingdienst geen geheim meer heeft, terwijl andere belastingadvieskantoren (zeer terecht) geen idee hebben. Het is heel simpel: belastingadviseurs horen niet in de keuken van de Belastingdienst te koekeloeren.