Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende 2) en zijn toenmalige echtgenote hebben in 1999 een woning gekocht. Toen zij in 2004 gingen scheiden is de woning toebedeeld aan X. Tevens zijn aandelen A (bv) aan X toebedeeld.

X is gehuwd met Y (belanghebbende 1). Zij waren in 2015 woonachtig in de woning.

De woning is in november 2015 door X aan A verkocht voor een koopsom van € 513.000. De woning verkeerde in een slechte onderhoudsstaat en was op grond van de Opiumwet voor bepaalde tijd onder bestuursdwang gesloten.

In 2016 onderzocht A de mogelijkheden tot verkoop van de woning. Op 2 augustus 2016 is onder voorwaarden overeenstemming bereikt over verkoop van de woning door A aan de ex-echtgenote van X en haar nieuwe partner. Op 6 november 2016 is de koopsom bepaald van € 325.000.

De Inspecteur stelt dat sprake is van een uitdeling door A aan X voor het verschil tussen € 513.000 en € 375.000 (getaxeerde waarde van de woning door de Belastingdienst per 2 november 2015). De uitdeling is vastgesteld op 99/100 (aandelenbelang van X) × € 138.000 = € 136.620. De Inspecteur heeft hiervan bij X en Y (fiscaal partnerschap) ieder de helft in aanmerking genomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant volgt partijen in hun standpunt dat de economische overdracht van de woning aan X op 2 november 2015 heeft plaatsgevonden.

De Inspecteur maakt aannemelijk dat de waarde in het economische verkeer van de woning ten tijde van de (economische) overdracht door X aan A aanzienlijk lager was dan de overeengekomen verkoopprijs.

X heeft in dat kader gesteld dat de WOZ-waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2014 (€ 492.000), welke waarde is vastgesteld in 2015, het uitgangspunt is geweest voor de overeengekomen koopprijs.

Hij maakt hiermee aannemelijk dat ten tijde van de (economische) overdracht van de woning een bevoordelingsbedoeling bij partijen ontbrak. Er is daarom geen sprake van een uitdeling. De aan X en Y opgelegde navorderingsaanslagen worden vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
6 mei 2024
Rolnummer
22/4980; 22/4982
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2949
NLF-nummer
NLF 2024/1199
Aflevering
21 mei 2024

Naar de bovenkant van de pagina