Samenvatting
Op woensdag 18 december 2019 trad staatssecretaris Menno Snel van Financiën af wegens het geblunder van de Belastingdienst in de CAF 11-affaire. De door de Belastingdienst zwart gelakte dossiers deden hem uiteindelijk de das om en dat is ook geheel terecht. Toeslagaanvragers werden op grote schaal ten onrechte als fraudeurs aangemerkt en alleen dat doet al de vraag rijzen met wat voor soort overheid we te maken hebben. Er is namelijk nog een andere kwestie waarmee de overheid een hele grote groep kleine ondernemers op een zeer dubieuze wijze aanpakt. Het gaat dan om het verplicht via eHerkenning aangifte gaan doen met ingang van 1 januari 2020. 24.000 ondernemers moeten hiervoor van de overheid bij commerciële leveranciers aankloppen. Op jaarbasis moeten zij om aangifte te kunnen doen en belasting te mogen betalen eerst ongeveer € 50 aan een commerciële aanbieder van eHerkenning betalen. Felix Peppelenbosch vraagt zich af wat er aan de hand is met een overheid die ondernemers zonder enige escape dwingt om extra geld aan commerciële bedrijven te betalen om belasting te mogen betalen.
Opinie
Loonaangifte 2020 alleen via eHerkenning of DigiD
Werkgevers die zelf hun loonaangifte over 2020 doen via de internetsite van de Belastingdienst, kunnen dit vanaf 1 februari 2020 uitsluitend doen via het nieuwe portaal Mijn Belastingdienst Zakelijk (MBD-Z). Ondernemers met een eenmanszaak kunnen daar inloggen met DigiD, de overige werkgevers moeten hiervoor gebruikmaken van eHerkenning. De werkgevers voor wie dit geldt, zijn hierover al per brief geïnformeerd.
De Belastingdienst adviseert werkgevers die zelf hun loonaangifte doen en nog geen toegang hebben tot MBD-Z om zo snel mogelijk eHerkenning aan te schaffen bij één van de door de overheid erkende leveranciers. Zo kunnen zij tijdig hun loonaangifte doen. De maandaangifte over januari 2020 moet namelijk uiterlijk 29 februari ingediend en betaald zijn. In totaal zullen 24.000 werkgevers hun loonaangifte via eHerkenning gaan doen.
eHerkenning geldt niet voor werkgevers die hun loonaangifte uitbesteden of gebruikmaken van professionele administratiesoftware. Ook ondernemers met een eenmanszaak hoeven eHerkenning niet aan te schaffen: zij kunnen blijven inloggen met de DigiD-app.
Een portaal voor ondernemers, maar daarvoor moet wel worden betaald
De Belastingdienst werkt toe naar één portaal voor ondernemers: Mijn Belastingdienst Zakelijk (MBD-Z). Op deze manier is de privacy beter gewaarborgd. Het doen van zakelijke aangiftes wordt stapsgewijs ingevoerd op MBD-Z. In 2020 worden steeds meer functies op het oude ondernemersportaal uitgezet. Per 1 februari 2020 kunnen werkgevers hun loonaangifte alleen nog via MBD-Z doen. Later in 2020 geldt dit ook voor de vennootschapsbelasting. Voor de omzetbelasting is nog geen overgangsmoment bepaald. Maar ondernemers moeten vanaf 2020 wel betalen om aangifte te mogen doen en belasting te mogen betalen. En dan niet eens aan de overheid, maar aan commerciële aanbieders.
Kamervragen over eHerkenning
Dit laatste is ook aan de Tweede Kamerleden Helma Lodders en Thierry Aartsen (beiden VVD) niet voorbijgegaan. Op 16 september 2019 stelden zij Kamervragen aan de staatssecretarissen van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat ‘over het niet meer kosteloos doen van loonaangifte voor ondernemers door de invoering van eHerkenning’. Ook Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt stelde hierover op 9 december 2019 Kamervragen. Normaal gesproken moeten Kamervragen krachtens het Reglement van Orde van de Tweede Kamer binnen drie weken worden beantwoord, maar het kabinet nam tot 18 december 2019 de tijd om de Kamervragen van Lodders en Aartsen te beantwoorden en wel gelijktijdig met de vragen van Omtzigt. Opvallend detail is dat de vragen werden beantwoord door minister Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij gaat hier formeel echter wel over.
Wat is de de wettelijke grondslag om ondernemingen te verplichten aangifte te doen met eHerkenning (dat in tegenstelling tot DigiD niet gratis is en alleen commercieel verkrijgbaar is)?
Uit artikel 2:15, lid 1, Awb volgt dat een bestuursorgaan bevoegd is om nadere eisen te stellen aan het gebruik van de elektronische weg. Van deze bevoegdheid wordt gebruikgemaakt door de Belastingdienst. Dit soort eisen zijn over het algemeen technisch van aard en hebben betrekking op het borgen van de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van de gegevensuitwisseling. Daarnaast behoren informatiesystemen, die persoonsgegevens verwerken, ingevolge de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) aan bepaalde eisen te voldoen ten aanzien van toegangsbeveiliging. Via Verordening 910/2014 (eIDAS-verordening) en de bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde Wet digitale overheid (wetsvoorstel 34 972) wordt de norm betreffende de adequate beveiliging van de toegang tot digitale dienstverlening nader gespecificeerd. Ongeacht of de nadere invulling van de norm door inwerkingtreding van de Wet digitale overheid van kracht is, is de Belastingdienst bevoegd en verplicht om de persoonsgegevens op haar portaal adequaat te beveiligen. De Belastingdienst is gelet op artikel 5, lid 1, onderdeel f, AVG verplicht ‘passende’ technische beveiligingsmaatregelen te nemen. Knops geeft aan dat in het begrip ‘passend’ ligt besloten dat de beveiliging in overeenstemming is met de stand van de techniek en dat het niveau van beveiliging correspondeert met de aard van de te verwerken persoonsgegevens. De stand van de techniek is sterk tijdgebonden. Zowel de stand van de techniek als de hoeveelheid privacygevoelige gegevens, die worden getoond in het portaal voor ondernemers, schrijdt voort. Volgens Knops is eHerkenning op dit moment het enige beschikbare inlogmiddel voor organisaties dat een passend beveiligingsniveau biedt voor de aangifte loonheffingen en de aangifte vennootschapsbelasting in 2020.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op de toepassing van de AVG en is al langere tijd van mening dat het betrouwbaarheidsniveau van de inlogmiddelen van de overheid omhoog zou moeten.
Waarom niet meer kosteloos aangifte kunnen doen?
De Wet digitale overheid, die op dit moment nog bij de Tweede Kamer in behandeling is, regelt onder andere dat elektronische diensten aan burgers en bedrijven op een passend betrouwbaarheidsniveau worden beveiligd met gebruik van generieke identificatiemiddelen. In dit kader heeft het kabinet er rijksbreed voor gekozen om het gebruik van erkende bedrijvenmiddelen verplicht te stellen voor elektronische diensten aan bedrijven die op het niveau ‘substantieel’ moeten worden beveiligd. Volgens het kabinet is eHerkenning zo’n middel. Loonaangiften bevatten privacy- en bedrijfsgevoelige informatie. Daarom geldt ter zake van loonaangiften per 1 januari 2020 beveiligingsniveau ‘substantieel’ en moet dus gebruik worden gemaakt van een inlogmiddel met een overeenkomstig betrouwbaarheidsniveau, in dit geval eHerkenning niveau 3. Voor eenmanszaken blijft het wel mogelijk om in te loggen met DigiD.
Het eHerkenningsstelsel is een initiatief van de Rijksoverheid en wordt ontwikkeld in samenwerking met het bedrijfsleven. eHerkenningsmiddelen worden niet door de overheid uitgegeven, maar door door de overheid erkende leveranciers. De kosten worden gedragen door de gebruikers van het stelsel, (overheids)organisaties die diensten aanbieden, ondernemers die deze diensten afnemen en de erkende leveranciers van eHerkenningsmiddelen. Een eHerkenningsmiddel kan zowel gebruikt worden om toegang te krijgen tot elektronische dienstverlening van de overheid alsook toegang tot private digitale diensten. De aanschaf van een middel kost afhankelijk van de looptijd van een contract zo’n 50 euro per jaar.
Waarom wordt eHerkenning verplicht gesteld?
Het verplicht stellen van eHerkenning voor ondernemers staat haaks op het principe dat het doen van belastingaangifte kosteloos zou moeten zijn. Maar het kabinet denkt daar anders over. Knops zegt hier het volgende over:
De minister als stofzuigerverkoper
De keuze voor eHerkenning met een stelsel van erkende leveranciers waar bedrijven en organisaties hun inlogmiddel kunnen aanschaffen heeft volgens Knops een aantal unieke voordelen. Allereerst betekent het volgens hem dat het stelsel zeer robuust is, omdat er geen ‘single point of failure’ is. Het wegvallen van één aanbieder brengt de continuïteit van het stelsel niet in gevaar. Verder concurreren de leveranciers met elkaar om de gunst van de klant. Dit drukt de prijs en maakt dat er een bonus op klantvriendelijkheid staat. Ook maakt een stelsel mogelijk dat gemakkelijker op de laatste technologische ontwikkelingen kan worden ingesprongen. De private aanbieders hebben er een direct belang bij de dynamische ICT-markt goed in de gaten te houden en zijn hier waarschijnlijk ook beter toe in staat dan de overheid zelf. Tevens zorgt directe verrekening bij een erkende leverancier ervoor dat werkgevers goed nadenken over het aantal werknemers dat een eHerkenningsmiddel moet krijgen. Dit draagt bij aan kostenbewustzijn. Tot slot kunnen bedrijven en organisaties een privaat middel ook in het private domein gebruiken, aldus de minister. Dat is allemaal mooi, maar het lijkt op een praatje van een stofzuigerverkoper. Het feit blijft dat ondernemers aan een commerciële aanbieder geld moeten betalen om rijksbelastingen te mogen en te kunnen betalen.
Knops ziet op dit moment geen reden om een generiek publiek middel voor bedrijven in stand te houden of in te voeren. In het verleden is het publieke middel DigiD voor bedrijven ontwikkeld. Dit werd volgens hem weinig gebruikt en is daarom uitgefaseerd. Volgens Knops kan eHerkenning tot het hoogste betrouwbaarheidsniveau inlogmiddelen leveren. Inmiddels zijn 435 overheidsdienstverleners aangesloten en worden er 1.661 diensten ontsloten.
Is eHerkenning bedoeld voor het verlagen van de administratieve lasten van ondernemers?
Op deze vraag blijft Knops het antwoord schuldig. Hij geeft aan dat de aanschaf van een eHerkenningsmiddel regeldruk met zich meebrengt in de vorm van tijd en geld. Maar nu komt het goede nieuws: eHerkenning zorgt ook voor structurele lastenverlaging bij veelvuldig gebruik, hetgeen mogelijk is nu steeds meer overheidsdienstverleners aansluiten. Daarnaast wordt privacy- en bedrijfsgevoelige informatie bij loonaangifte met eHerkenning veel beter gewaarborgd.
Conclusie
Ik ben een groot voorstander van digitalisering van overheidsdiensten, maar de argumenten voor het verplicht invoeren van eHerkenning voor 24.000 dga’s met hun bv’s overtuigen mij niet. Het is slikken of stikken. Want als er geen aangiften worden ingediend volgen (schriftelijke) aanmaningen en boetes. En het is nog maar de vraag hoe de belastingrechter aankijkt tegen principiële weigeraars. Voor de aangiften inkomstenbelasting worden voor belastingplichtigen wel uitzonderingen gemaakt. Zij mogen papieren aangiftes indienen. Waarom dan geen handhaving van aangifte doen via het oude portaal zoals dat ook voor IB-ondernemers blijft gelden? Nu zelfs dat er niet in zit, en er dus geen keus is, blijft het hoogst dubieus dat een groep van 24.000 ondernemers geld aan commerciële aanbieders van eHerkenning moet betalen om aan hun verplichtingen jegens de overheid te voldoen. Oftewel ‘Kafka is er niets bij’. Er is sprake van een situatie waarin ondernemers worden geconfronteerd met een overheid waartegenover zij machteloos zijn en waardoor zij gedupeerd worden of gefrustreerd raken. Een bizarre ontwikkeling!