Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak heeft X ASR aansprakelijk gesteld voor schade die hij stelt te hebben geleden omdat ASR een pensioenverzekering niet heeft gesplitst in een pensioendeel en een niet-pensioendeel. Dit heeft ertoe geleid dat X, die inmiddels in België woont, belasting moest betalen over het volledige pensioenbedrag, inclusief het deel dat in Duitsland al was belast. ASR had op verzoek van X de expiratiewaarde van de polis overgedragen aan Aegon, zonder splitsing, wat volgens X onjuist was.

Bij Rechtbank Midden-Nederland vordert X een schadevergoeding, primair omdat ASR toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen, en subsidiair omdat ASR haar zorgplicht heeft geschonden.

ASR stelt dat de vorderingen zijn verjaard, dat X te laat heeft geklaagd, en dat hij ASR volledig heeft gevrijwaard bij de overdracht aan Aegon.

De Rechtbank oordeelt dat de verjaringstermijn is gaan lopen bij de overdracht in 2018 en dat X daarom tijdig heeft geklaagd.

Verder oordeelt de Rechtbank dat ASR niet tekortgeschoten is, omdat X zelf heeft gevraagd om de verzekering ongewijzigd voort te zetten en ASR geen pensioenadviseur is. ASR heeft bovendien aangegeven dat voor splitsing toestemming van de Belastingdienst nodig was, die X pas later heeft verkregen. De vordering van X om een schadevergoeding van € 147.143 wordt daarom afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Civiel recht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
7 augustus 2024
Rolnummer
10995089 UC EXPL 24-1861
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2024:4747
NLF-nummer
NLF 2024/1926
Aflevering
20 augustus 2024

Naar de bovenkant van de pagina