Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is statutair bestuurder van A (holding bv). De aandelen van de holding worden gehouden door een STAK, waarvan hij ook bestuurder is. Hij verricht op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden voor de holding en ontvangt hiervoor salaris.

In verband met de met omzetbelasting belaste verhuur van onroerend goed heeft hij aan de Inspecteur een btw-nummer gevraagd, dat met terugwerkende kracht per 1 oktober 2019 is verstrekt.

Vanaf medio 2019 heeft X een woning laten bouwen met enkele ruimtes ingericht als kantoor, directiekamer en archiefruimte. Deze ruimtes zijn niet via een aparte ingang bereikbaar en hebben geen eigen sanitaire voorzieningen. De woning werd in januari 2021 in gebruik genomen.

Vanaf 15 januari 2021 worden de werkruimtes en de archiefruimte verhuurd aan de holding voor een looptijd van tien jaar. De huurprijs bedraagt € 29.242 per jaar (€ 2.436,88 per maand) en over de huurprijs wordt omzetbelasting in rekening gebracht. De werkruimtes worden door X gebruikt voor zijn werkzaamheden voor de holding, en door zijn zoon en dochter, die geen vergoeding betalen. De archiefruimte wordt gebruikt voor het bewaren van documenten van de holding.

X ontvangt een maandelijkse vergoeding van € 2.435,88 van de holding voor het ter beschikking stellen van de werkruimtes en de archiefruimte, belast als loon voor de loonbelasting. X heeft aftrek van voorbelasting geclaimd voor de bouw- en inrichtingskosten van de werkruimtes en de archiefruimte, maar de Inspecteur heeft deze aftrek gecorrigeerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt met de Inspecteur dat X ter zake van de verhuur van de werkruimtes en de archiefruimte niet als ondernemer voor de omzetbelasting kwalificeert omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de verhuur van deze ruimtes aan de holding buiten de dienstbetrekking en dus zelfstandig heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat hij geen recht heeft op aftrek van voorbelasting.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2020-2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
12 juni 2024
Rolnummer
23/2578; 23/2579; 23/2580; 23/2581; 23/2582
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:3940
NLF-nummer
NLF 2024/1590
Aflevering
2 juli 2024
bwbr0002629&artikel=15,bwbr0002629&artikel=15

Naar de bovenkant van de pagina