Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) een beroepsvoetballer, heeft de Nederlandse nationaliteit, is gehuwd en heeft twee kinderen. Op 19 oktober 2014 is X met een voetbalclub in India overeengekomen om daar één seizoen te voetballen. Het voetbalseizoen liep van 23 oktober 2014 tot 22 december 2014 en in die periode verbleef X in een hotel in India. Zijn echtgenote en kinderen bleven in de eigen woning in Nederland wonen.

X stelt dat hij in de periode waarin hij in India voetbalde niet belastingplichtig was in Nederland en dat daardoor het in India verdiende loon niet in Nederland kan worden belast.

Hof Amsterdam is echter met Rechtbank Noord-Holland van oordeelt dat de feiten – in onderling verband en samenhang beschouwd – met zich brengen dat X ook gedurende de periode van 23 oktober 2014 tot 23 december 2014 een duurzame band met Nederland had en in Nederland woonde. X is aldus in Nederland als binnenlands belastingplichtige inkomstenbelasting verschuldigd over het door hem in India verdiende loon.

Het Hof bevestigt voorts het oordeel van de Rechtbank dat de door X aan de intermediairs betaalde bedragen bestedingen van het loon betreffen en aldus de gehele vergoeding is aan te merken als genoten loon. Het Hof oordeelt ten slotte dat de aftrek buitenlandse bronbelasting niet te laag of de aanslag om andere redenen te hoog is vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
9 oktober 2018
Rolnummer
17/00538
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:3917
NLF-nummer
NLF 2018/2369
Aflevering
8 november 2018
bwbr0002320&artikel=4,bwbr0002320&artikel=4

Naar de bovenkant van de pagina