Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Deze zaak gaat over goederen waarover achteraf onterecht douanerechten zijn betaald bij de invoer ervan in Frankrijk, tussen 1988 en 1991. De goederen werden vanuit derde landen buiten de Europese Unie geïmporteerd naar Andorra, en vanuit daar ingevoerd in Frankrijk. In 1991 werd de heffing op goederen uit derde landen die bestemd zijn voor Andorra ongeldig verklaard door de Europese Commissie. Een in Frankrijk gevestigde douane-expediteur dagvaardde de douane vervolgens voor het betalen van schadevergoeding voor de betaalde douanerechten tussen 1988 en 1991. In 2014 is het cassatieberoep verworpen. De verzoekende partijen, opvolgers van de Andorrese importeurs, hebben de douanerechten terugbetaald en in 2015 de douane gedagvaard tot terugbetaling van het bedrag. Dit beroep is uiteindelijk in cassatie ook afgewezen.

De vorderingen van de verzoekende partijen werden afgewezen omdat de ambtshalve terugbetaling waarin artikel 2, lid 2, Verordening 1430/79 voorziet, stelt dat de douane moet beschikken over de gegevens van de belastingschuldige die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het terug te betalen bedrag, en geen onevenredig onderzoek hoeft in te stellen als dit niet zo is. Het Cour de cassation, de verwijzende rechter, stelt dat het HvJ geen uitspraak heeft gedaan over de voorwaarden waaronder de douanediensten rechten moeten terugbetalen wanneer zij vaststellen dat deze niet verschuldigd waren, en vraagt daarom om uitleg over de voorwaarden en over de gestelde teruggaaf termijn van drie jaar.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
1988-1991
Instantie
HvJ
Datum instantie
2 mei 2024
Rolnummer
C-206/24
NLF-nummer
NLF 2024/1083
Aflevering
7 mei 2024
bwbv0001506&artikel=267,bwbv0001506&artikel=267

Naar de bovenkant van de pagina