Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft aangifte BPM gedaan voor een Volkswagen Golf 2.0 TDI GTD hatchback, waarbij een schade van € 8.869 in mindering werd gebracht op de handelsinkoopwaarde. Bij een latere controle heeft de Inspecteur een hogere handelsinkoopwaarde vastgesteld zonder schadevermindering, wat leidde tot een naheffing van € 1.668.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Inspecteur correct heeft gehandeld door de schade niet in aanmerking te nemen, aangezien die bij inspectie niet zichtbaar was. Daarnaast oordeelt de Rechtbank dat de hoorplicht niet is geschonden omdat X voldoende gelegenheid heeft gehad om gehoord te worden. De Rechtbank verwerpt ook het argument dat de BPM in strijd is met het Unierecht, en wijst het verzoek af om aan het HvJ prejudiciële vragen te stellen.

Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De Rechtbank kent X wel een immateriële schadevergoeding van € 1.000 toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaar- en beroepsfase.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
20 juni 2024
Rolnummer
22/7981
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:10116
NLF-nummer
NLF 2024/1956
Aflevering
27 augustus 2024
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10,bwbv0001000&artikel=6,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina