Direct naar content gaan

Samenvatting

A-G Niessen heeft conclusie genomen over de vraag of sekswerkers, die seksuele diensten in de seksinrichting van X (bv; belanghebbende) verlenen, tot X in dienstbetrekking staan en, indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, of X een beroep op het gelijkheidsbeginsel toekomt.

Hof Den Haag heeft, gelijk Rechtbank Den Haag heeft gedaan, geoordeeld dat de sekswerkers tot X in dienstbetrekking staan. De sekswerkers zijn namelijk verplicht persoonlijk arbeid te verrichten, X is verplicht loon te betalen en tussen beiden bestaat een gezagsverhouding. Het Hof heeft voorts geoordeeld dat het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld.

Met betrekking tot het eerste cassatiemiddel overweegt de A-G dat het Hof is uitgegaan van de juiste criteria voor het bestaan van een dienstbetrekking. Volgens de A-G is het Hof – op grond van een weging van alle feiten en omstandigheden – tot het gemotiveerde oordeel gekomen dat aan deze criteria wordt voldaan. Het eerste cassatiemiddel faalt dan ook.

Met betrekking tot de vraag of het gelijkheidsbeginsel is geschonden concludeert de A-G dat alsnog de vraag moet worden behandeld of sprake is van (niet) gepubliceerd beleid waarvan ten nadele van X wordt afgeweken. Door de bewijslast louter op X te leggen, heeft het Hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. De A-G komt tot de conclusie dat, nu het Hof niet is toegekomen aan een onderzoek naar de feiten ter zake van het door X gedane beroep op het gelijkheidsbeginsel, de zaak dient te worden verwezen.

Deze procedure over de aard van de arbeidsrelatie van prostituees biedt op het eerste gezicht weinig nieuwe inzichten over de vraag of er al dan niet sprake is van een dienstbetrekking. Zowel Rechtbank als Hof lopen netjes de standaard kaders af om tot het oordeel te komen dat er in casu sprake is van een dienstbetrekking. Gegeven het feitenrelaas geen onbegrijpelijke conclusie, zo oordeelt ook de A-G. De kwestie rond het al dan niet schenden van het gelijkheidsbeginsel maakt deze casus echter toch interessant.

(Wettelijke) bepalingen beoordelen arbeidsrelatie sekswerkers

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
A-G
Datum instantie
3 april 2018
Rolnummer
17/03139
ECLI
ECLI:NL:PHR:2018:374
Auteur(s)
dr. F.M. Werger
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2018/1008
Aflevering
10 mei 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1486
bwbr0002471&artikel=2&lid=1,bwbr0002471&artikel=2&lid=1,bwbr0002489&artikel=2ca,bwbr0002489&artikel=2ca,bwbr0002489&artikel=2e,bwbr0002489&artikel=2e,bwbr0002489&artikel=2g,bwbr0002489&artikel=2g,bwbr0028236&artikel=2.2,bwbr0028236&artikel=2.2

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid