Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Rechtbank Zeeland-West-Brabant volgt partijen in deze parkeerbelastingzaak in hun stelling dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Op dit punt is het beroep gegrond.

Voor het overige is het beroep ongegrond.

X (belanghebbende) stelt dat hij om 16.11 uur parkeerbelasting heeft voldaan middels een parkeerapp, terwijl de auto op 3 mei 2022 in elk geval al om 16.00 uur was geparkeerd. Naar het oordeel van de Rechtbank kan dan niet worden gezegd dat X die aanmelding heeft gedaan binnen de redelijke termijn die hem daarvoor moet worden gegund.

Dat de naheffingsaanslag volgens X pas op 4 mei 2022 is opgelegd, wat daar ook van zij, leidt niet tot een ander oordeel. Het belastbare feit heeft immers plaatsgevonden bij constatering dat voor het parkeren geen parkeerbelasting is voldaan.

De naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
15 mei 2024
Rolnummer
22/5825
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:3193
NLF-nummer
NLF 2024/1277
Aflevering
28 mei 2024
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina