Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op 24 februari 2017 is de politie binnengetreden in loodsen en is aldaar een sigarettenfabriek aangetroffen. Bij de binnentreding zijn door de politie 8.934.100 sigaretten en 9.073 kg versneden tabak aangetroffen. In de sigarettenfabriek waren op dat moment acht personen aan het werk met de Litouwse, Letse of Moldavische nationaliteit.

De Inspecteur heeft naar aanleiding van bevindingen uit het Belastingdienst/FIOD-onderzoek en de aangetroffen sigaretten aan ieder van de aangetroffen personen een naheffingsaanslag accijns van € 2.522.793 opgelegd.

Bij vonnis van Rechtbank Overijssel van 24 januari 2022 is ieder van de aangetroffen personen – met uitzondering van één persoon, die in de tussentijd was overleden – strafrechtelijk veroordeeld. De betreffende vonnissen zijn onherroepelijk geworden.

Bij Hof Den Bosch is in geschil of de naheffingsaanslag terecht aan X (belanghebbende) is opgelegd.

Ten tijde van de inval op 24 februari 2017 was X aanwezig in de loods. Het Hof is evenals Rechtbank Zeeland-West-Brabant van oordeel dat X in ieder geval betrokken was bij het voorhanden hebben van de tabaksgoederen. Dit is voldoende om X als belastingplichtige in de zin van artikel 51, lid 1, onderdeel b, Wet Accijns te kunnen aanmerken. In het midden kan blijven of X de tabaksgoederen zelf voorhanden had.

X is voorts terecht aangeslagen voor het volledige bedrag van de accijnsschuld.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
29 mei 2024
Rolnummer
22/1075
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:1789
NLF-nummer
NLF 2024/1343
Aflevering
4 juni 2024
bwbr0005251&artikel=2,bwbr0005251&artikel=2,bwbr0005251&artikel=51,bwbr0005251&artikel=51

Naar de bovenkant van de pagina