Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Gemeenschappelijke bijlage bij de conclusies van A-G Pauwels in de zaken met nummer 23/03444 (ECLI:NL:PHR:2024:768, NLF 2024/1875); 23/03445 (ECLI:NL:PHR:2024:776, NLF 2024/1850) en 23/03793 (ECLI:NL:PHR:2024:778, NLF 2024/1849).

De zaken met 23/03444 en 23/03445 (sportschoolzaken) van Hof Den Haag kennen een nagenoeg vergelijkbaar feitencomplex. De zaak met nummer 23/03793 betreft een uitspraak van Rechtbank Rotterdam (bioscoopzaak).

In elk van de zaken is in de kern aan de orde of de belanghebbende als belastingplichtige kan worden aangemerkt voor de gebruikersbelasting, in aanmerking genomen dat de belanghebbende de onroerende zaak op de peildatum niet kon gebruiken op de door haar beoogde wijze als gevolg van de van toepassing zijnde COVID-19-maatregelen (ook wel: coronamaatregelen). Het gaat daarbij om de uitleg en de toepassing van het begrip ‘gebruik’ in artikel 220, onderdeel a, Gemw.

De omstandigheid dat het beoogde gebruik op de peildatum niet mogelijk is, neemt volgens de A-G niet weg dat sprake kan zijn van ‘gebruik’ als bedoeld in voornoemd artikel. Dat laatste zal in het bijzonder aan de orde zijn in het geval de ondernemer de onroerende zaak voorafgaande aan de beperking door de coronamaatregelen op de beoogde wijze gebruikte, de onroerende zaak op de peildatum is ingericht voor de beoogde wijze van gebruik, en (op de peildatum) aangenomen kan worden dat de ondernemer de onroerende zaak weer op de beoogde wijze zal gebruiken zodra dat mogelijk wordt.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021-2022
Instantie
A-G
Datum instantie
19 juli 2024
Rolnummer
23/03444; 23/03445; 23/03793
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:787
NLF-nummer
NLF 2024/1848
Aflevering
13 augustus 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6535
bwbr0005416&artikel=220,bwbr0005416&artikel=220

Naar de bovenkant van de pagina