Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 234.171 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 5.879. Na bezwaar is het belastbaar inkomen uit werk en woning verminderd tot € 234.148 en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen gehandhaafd.

In hoger beroep bij Hof Den Haag neemt de Inspecteur het nadere standpunt in dat de navorderingsaanslag buiten de termijn van artikel 16, lid 3, AWR is opgelegd en dat de navorderingsaanslag om die reden moet worden vernietigd.

X verzoekt dan in redelijkheid een bovenforfaitaire kostenvergoeding vast te stellen.

Het Hof stelt voorop dat X geen recht heeft op een (forfaitaire) vergoeding van de kosten van bezwaar, reeds omdat hij niet, zoals artikel 7:15 Awb vereist, daartoe een verzoek aan de Inspecteur heeft gedaan vóórdat op het bezwaar is beslist.

Hetgeen X heeft aangevoerd is onvoldoende voor toekenning van een proceskostenvergoeding in afwijking van de forfaitaire bedragen van het Bbp. Er is geen sprake van het nemen en handhaven van een besluit tegen beter weten in en evenmin van in vergaande mate onzorgvuldig handelen van de Inspecteur.

In overeenstemming met het gezamenlijke standpunt van partijen vergoedt de Inspecteur de door X in beroep en hoger beroep gemaakte kosten voor verleende rechtsbijstand tot een bedrag van € 3.500.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
8 mei 2024
Rolnummer
21/218
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:788
NLF-nummer
NLF 2024/1446
Aflevering
18 juni 2024
bwbr0002320&artikel=16&lid=3,bwbr0002320&artikel=16&lid=3,bwbr0005537&artikel=7:15,bwbr0005537&artikel=7:15

Naar de bovenkant van de pagina