Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is in Delhi geboren, heeft de Indiase nationaliteit en is met een Indiase vrouw gehuwd. Hij is op 5 januari 2017 vanuit India naar Nederland gekomen om een studie te volgen. Op 23 maart 2018 heeft X zijn studie afgerond. Hij heeft op 31 augustus 2018 een arbeidsovereenkomst met werkgever A getekend. Zij hebben niet om toepassing van de 30%-regeling verzocht. Op 13 augustus 2019 heeft X met werkgever B een arbeidsovereenkomst getekend. Zij hebben op 27 september 2019 verzocht om toepassing van de 30%-regeling.

De Inspecteur heeft dit verzoek afgewezen, omdat X volgens hem niet aangemerkt kan worden als een ingekomen werknemer.

In geschil is of dat terecht is. Daarbij is de vraag van belang of X bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst met werkgever A op 31 augustus 2018 fiscaal in Nederland woont en, zo ja, vanaf welk moment.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X kwalificeert als een ingekomen werknemer, omdat hij op 31 augustus 2018 geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland heeft. Hoewel vaststaat dat X vanaf 5 januari 2017 in Nederland verblijft, is dat verblijf steeds tijdelijk van aard geweest, zoals ook volgt uit aan hem verleende tijdelijke verblijfsvergunningen. Eerst om een studie te volgen en na afloop daarvan om werk te zoeken. De duur van de 30%-regeling wordt wel verkort met de periode van verblijf in Nederland van januari 2017 tot en met augustus 2019.

De Rechtbank kent het verzoek van X voor de toepassing van de 30%-regeling toe voor de duur van 28 maanden, te rekenen vanaf 1 september 2019.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1 september 2019 e.v.
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
16 februari 2022
Rolnummer
21/3021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:812
NLF-nummer
NLF 2022/0693
Aflevering
7 april 2022
bwbr0002471&artikel=31a&lid=8,bwbr0002489&artikel=10ea,bwbr0002489&artikel=10ea

Naar de bovenkant van de pagina