Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De activiteiten van X (bv; belanghebbende) bestaan uit de handel in en het bewerken van vis en visproducten.

X heeft goederen met een gunstige tariefbehandeling in het vrije verkeer gebracht onder de regeling bijzondere bestemming. Zij beschikte hiervoor over de vereiste vergunning, waarin per goederensoort een hoeveelheid en waarde worden vermeld. Tijdens een controle is gebleken dat X gedurende enkele jaren voor een grotere hoeveelheid en/of waarde goederen onder de regeling bijzondere bestemming heeft geplaatst dan vermeld in de vergunning. Volgens de Inspecteur is daarom een douaneschuld ontstaan. Hij heeft een utb aan X uitgereikt voor het bedrag van deze douaneschuld alsmede rente op achterstallen.

X heeft beroep, hoger beroep en cassatieberoep ingesteld.

In een gemeenschappelijke bijlage komt A-G Ettema tot de slotsom dat de overschrijding van de hoeveelheid en/of waarde die is vermeld in de vergunning bijzondere bestemming, leidt tot het ontstaan van een douaneschuld. De A-G concludeert voorts dat het ontbreken van de vereiste vergunning niet kan worden hersteld op de voet van artikel 212bis CDW. Ook kan het beroep op het rechtszekerheidsbeginsel X niet baten, nu het relevante rechtskader voldoende duidelijk en nauwkeurig is. Daarnaast is het volgens de A-G mogelijk rente op achterstallen in rekening te brengen over douaneschulden die zijn ontstaan onder de vigeur van het CDW. Het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel vereist volgens de A-G niet dat de Inspecteur de berekening van deze rente inzichtelijk maakt in de vooraankondiging van de utb. De overige voorgestelde middelen slagen evenmin.

Het cassatieberoep is ongegrond, concludeert de A-G.

Zie ook de idem-zaken (ECLI:NL:PHR:2024:795, NLF 2024/2110), 23/02143 (ECLI:NL:PHR:2024:794, NLF 2024/2109), 23/02144 (ECLI:NL:PHR:2024:792, NLF 2024/2107) en 23/03221 (ECLI:NL:PHR:2024:793, NLF 2024/2108).

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2010-2016
Instantie
A-G
Datum instantie
26 juli 2024
Rolnummer
23/02142
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:791
Auteur(s)
mr. G.J. van Slooten
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2024/2053
Aflevering
17 september 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6565

Naar de bovenkant van de pagina