Direct naar content gaan

Samenvatting

De oprichting van een open fonds voor gemene rekening kan ervoor zorgen dat privévermogen uit de box 3-heffing kan worden gehouden.

In deze zaak kwalificeren X (belanghebbende), gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, en zijn echtgenote in 2022 als fiscaal partners.

X heeft eind 2021 een spaarrekening op zijn naam geopend. Daarop heeft hij een bedrag gestort van € 99.800, afkomstig van een rekening die op naam staat van hem en zijn echtgenote. De echtgenote heeft hetzelfde gedaan.

Beide partners hebben op 1 december 2021 een overeenkomst met de titel ‘Overeenkomst inzake open fonds voor gemene rekening’ ondertekend.

In essentie draait het geschil tussen X en de Inspecteur om de vraag of X met zijn echtgenote een open fonds voor gemene rekening heeft ingesteld waarin hij (een deel van zijn) vermogen heeft gestort. Voor de aanwezigheid van een fonds dient sprake te zijn van een fonds ter verkrijging van voordelen voor de deelgerechtigden door het voor gemene rekening beleggen of anderszins aanwenden van gelden, mits van de deelgerechtigdheid in het fonds blijkt uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid.

Volgens de Inspecteur is in dit geval geen sprake van zo’n fonds omdat er geen sprake is van een afgescheiden vermogen, gelet op het contract en de gang van zaken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant gaat op basis van het feitencomplex niet mee in het betoog van de Inspecteur. Voor dat geval is niet in geschil dat de voorlopige aanslag IB/PVV 2022 naar een te hoog bedrag is opgelegd. Deze moet worden verminderd met € 59.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
25 april 2024
Rolnummer
22/4719
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2727
NLF-nummer
NLF 2024/1089
Aflevering
7 mei 2024
bwbr0002672&artikel=6,bwbr0002672&artikel=6,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina