Direct naar content gaan

Samenvatting

Het demissionaire kabinet wil in het pakket Belastingplan 2025 met drie maatregelen komen die de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) eenvoudiger en robuuster maken. Dit doet het kabinet naar aanleiding van een evaluatie uit 2022. De maatregelen zijn op 19 april 2024 voorgelegd voor internetconsultatie. Deze consultatie is op 19 mei 2024 gesloten. De NOB geeft aan met gemengde gevoelens kennis te hebben genomen van dit internetconsultatiedocument.

Hoewel voor de bezits- en voortzettingseis welkome wijzigingen worden aangekondigd, is de grote lijn van het wetsvoorstel dat de faciliteiten, evenals in de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024, verder worden versoberd. De NOB mist op verschillende punten een goede onderbouwing.

De belangrijkste nieuwe versobering ziet op het beperken van de toegang tot de faciliteiten tot ‘gewone aandelen’. De NOB vraagt zich af of deze versobering niet tot overkill leidt en constateert dat de regeling in de uitwerking onduidelijkheden bevat en onwenselijke gevolgen kan hebben (o.m. bij tracking stocks en bij indirecte belangen). Bovendien werkt de versobering enkel voor aandeelhouders in box 2 en doet dat verder afbreuk aan de rechtsvormneutraliteit met ondernemers in box 1.

Het conceptwetsvoorstel geeft ook invulling aan de toezegging om de bezits- en voortzettingseis te versoepelen. De NOB heeft met genoegen kennisgenomen van het feit dat de arresten van de Hoge Raad van 29 mei 2020 leidend zullen blijven tijdens de bezitsperiode en van het feit dat het wetsvoorstel versoepelingen bevat voor rechtsvormwijzigingen in de bezits- en voortzettingsperiode. Wat de NOB echter mist is dat de bezits- en voortzettingseis zich richten op – en beperkt blijven tot – het werkelijke misbruik.

De beperking van de voortzettingsperiode van vijf naar drie jaar is volgens de NOB weliswaar een welkome versoepeling, maar gaat voorbij aan de kern van het probleem, namelijk dat de onderneming in deze periode niet goed kan meebewegen met de dynamiek waaraan deze onderhevig is. Naar de mening van de NOB zou de versoepeling zich daarop moeten richten.

Ten slotte worden aanpassingen voorgesteld om onbedoeld gebruik tegen te gaan. De NOB kan zich vinden in de maatregelen betreffende de zogenoemde ‘dubbel-BOR’, maar vindt de aanpassingen met betrekking tot de ‘rollatorconstructie’ erg complex. De NOB vraagt zich bovendien af hoe vaak zich dit voordoet en waarom de BOR bij een ondernemer met een hogere leeftijd als ‘oneigenlijk gebruik’ wordt aangemerkt.

In totaal zijn zestien reacties op deze consultatie openbaar.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
NOB
Datum instantie
17 mei 2024
NLF-nummer
NLF 2024/1262
Aflevering
28 mei 2024
bwbr0002226&artikel=35b,bwbr0002226&artikel=35b,bwbr0002226&artikel=35c,bwbr0002226&artikel=35c,bwbr0002226&artikel=35e,bwbr0002226&artikel=35e,bwbr0011353&artikel=4.17c,bwbr0011353&artikel=4.17c

Naar de bovenkant van de pagina