Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X is een aanslag afvalstoffenheffing 2013 opgelegd, ter hoogte van het (vaste) basisbedrag dat de Heffingsambtenaar jaarlijks in rekening brengt. De Heffingsambtenaar heeft na afloop van het belastingjaar geconstateerd dat het aantal extra ledigingen van restafval in 2013 (uiteindelijk) 14 bedroeg. X heeft voor deze extra ledigingen het aanslagbiljet afvalstoffenheffing 2013, extra ledigingen ten bedrage van in totaal € 174,72 ontvangen. Deze aanslag (verder: aanslag 2) is bij ambtshalve genomen beschikking verminderd tot € 87,36 omdat ‘abusievelijk 28 extra ledigingen van de 240 liter restcontainers in rekening zijn gebracht in plaats van 14 extra ledigingen’.

X betoogt in hoger beroep dat geen tweede aanslag voor hetzelfde jaar kan worden opgelegd omdat niet tweemaal over hetzelfde heffingstijdvak een primitieve aanslag kan worden opgelegd.

Volgens Hof Den Bosch is aanslag 2 niet aan te merken als een tweede primitieve aanslag. Er wordt weliswaar geheven ter zake van één belastbaar feit, namelijk ter zake van het gebruikmaken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 Wm een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, maar naar twee op zichzelf staande grondslagen. Aanslag 2 is terecht, berekend naar een andere grondslag, opgelegd. Het Hof is er verder van uitgegaan dat de aanslag onbevoegd is opgelegd en dat de uitspraak op bezwaar eveneens onbevoegd is gedaan, maar het Hof passeert dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 Awb.

Metadata

Rubriek(en)
Milieu- en energieheffingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
12 januari 2017
Rolnummer
15/01057
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:71
NLF-nummer
NLF 2017/0678
Aflevering
30 maart 2017
bwbr0003245&artikel=10.21,bwbr0003245&artikel=10.21,bwbr0003245&artikel=10.22,bwbr0003245&artikel=10.22,bwbr0005537&artikel=6:22,bwbr0005537&artikel=6:22

Naar de bovenkant van de pagina