Samenvatting
Pegazus Busz Fuvarozó Kft (Hongarije) heeft een overeenkomst gesloten voor personenvervoer over de weg en heeft daarbij verschillende onderaannemers ingeschakeld. Na controle stelde de Hongaarse belastingdienst een btw-schuld vast en weigerde Pegazus het recht op btw-aftrek. Volgens de belastingdienst waren de overeenkomsten met de onderaannemers economisch niet reëel en bedoeld om bijdrageverplichtingen voor werknemers te omzeilen. Pegazus is hiertegen in beroep gegaan.
De verwijzende rechter heeft twijfels of er inderdaad sprake is geweest van belastingfraude en of de belastingdienst heeft voldaan aan haar bewijsverplichting door de wijze van facturering als kunstmatig aan te merken. Daarnaast wil de verwijzende rechter weten of een hoogste rechter een prejudiciële procedure moet starten wanneer zij van plan is af te wijken van een eerder arrest van het HvJ in dezelfde zaak. Zij heeft in dit verband vier prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.