Direct naar content gaan

Samenvatting

Fiscale eenheid X (belanghebbende) houdt zich voornamelijk bezig met het verrichten van diensten binnen de verzekeringssector. Zij maakt deel uit van een grensoverschrijdend concern, waarin zij fungeert als moedermaatschappij. X is gevestigd in Nederland en heeft in de andere lidstaten schaderegelaars aangesteld.

Zij is van mening dat (verlegde) omzetbelasting ter zake van de buitenlandse schadeafwikkelingsdiensten (eerste kwartaal 2019) ten onrechte is voldaan, omdat deze niet verschuldigd is.

Als de verzekeringsdienst die X verricht aan haar klanten (verzekeringnemers) en de schadeafwikkelingsdienst één enkele prestatie vormen, treft de schadeafwikkelingsdienst hetzelfde fiscale lot als de verzekeringsdienst. Niet in geschil is dat die verzekeringsdienst is vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel k, Wet OB 1968.

Rechtbank Noord-Nederland twijfelt over het antwoord op de vraag of de schadeafwikkelingsdienst en de verzekeringsdienst één enkele prestatie vormen. Daarom heeft de Rechtbank besloten om (alleen) daarover de volgende prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad:

  1. Vormt de schadeafwikkelingsdienst die een buitenlandse schaderegelaar feitelijk verricht in geval van schade in het buitenland, samen met de verzekeringsdienst die de verzekeraar van motorrijtuigen aan de verzekeringnemer verricht, voor omzetbelastingdoeleinden objectief gezien één enkele, ondeelbare economische prestatie?
  2. Zo nee, is die schadeafwikkelingsdienst een bijkomende prestatie bij de verzekeringsdienst (de hoofdprestatie), met als gevolg dat de bijkomende prestatie het fiscale lot van de hoofdprestatie deelt?

De Hoge Raad beslist op de prejudiciële vragen als volgt.

Artikel 1 Wet OB 1968 in samenhang gelezen met artikel 2 Btw-richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een op grond van een rechtsbetrekking tussen een ondernemer en diens afnemer te verrichten dienst enerzijds en een op grond van een andere rechtsbetrekking tussen een andere ondernemer en een andere afnemer te verrichten dienst anderzijds niet als één ondeelbare prestatie kunnen worden aangemerkt.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1e kwartaal 2019
Instantie
HR
Datum instantie
14 juni 2024
Rolnummer
24/00084
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:863
Auteur(s)
prof. mr. dr. R.A. Wolf
Forvis Mazars / Rijksuniversiteit Groningen
NLF-nummer
NLF 2024/1471
Aflevering
25 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6460
bwbr0002629&artikel=1,bwbr0002629&artikel=1,celex32006l0112&artikel=2,celex32006l0112&artikel=2

Naar de bovenkant van de pagina