Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een slaapstrandhuisje en laat dit elk zomerseizoen plaatsen op het strand van de gemeente Veere. Hij heeft dit huisje enkel voor eigen gebruik en huurt jaarlijks een standplaats van een stichting.

De Heffingsambtenaar van de gemeente Veere heeft aan hem over het jaar 2021 een aanslag toeristenbelasting van € 280 opgelegd.

Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant voert X – kort samengevat – aan dat hij ten onrechte is aangeslagen voor de toeristenbelasting omdat hij geen vergoeding betaalt voor het verblijf met overnachting en daarom niet belastingplichtig is. Ook stelt hij dat er in de Verordening toeristenbelasting 2021 niets is geregeld over toeristenbelasting in de huur aan de stichting. Tot slot voert X aan dat hij zelf geen gelegenheid tot verblijf tegen vergoeding biedt.

De Rechtbank verklaart het beroep gegrond. X betaalt elk jaar huur voor het plaatsen van zijn slaapstrandhuisje aan de stichting. Daarmee biedt hij naar het oordeel van de Rechtbank zelf geen gelegenheid tot verblijf tegen betaling.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
10 mei 2024
Rolnummer
22/4503
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:4162
NLF-nummer
NLF 2024/1609
Aflevering
2 juli 2024
bwbr0005416&artikel=224,bwbr0005416&artikel=224

Naar de bovenkant van de pagina