Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(4)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert een jachthaven. De inkomsten van X bestaan onder meer uit liggelden van haar leden en van passanten. Deze liggelden worden betaald voor verschillende activiteiten die in de jachthaven plaatsvinden.

X betoogt dat met betrekking tot de vergoeding voor het ter beschikking stellen van een ligplaats het verlaagde btw-tarief van 6% kan worden toegepast. Volgens X is de terbeschikkingstelling van de ligplaats aan te merken als het gelegenheid geven tot sportbeoefening.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de verhuur van de ligplaatsen in de jachthaven niet is aan te merken als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie, maar als de verhuur van parkeerruimte voor boten. Hierop is het algemene omzetbelastingtarief van toepassing, aldus het Hof.

X heeft met vier middelen cassatieberoep ingesteld.

De eerste drie cassatiemiddelen van X bestrijden het oordeel van het Hof dat geen sprake is van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening in de zin van de tabelpost, voor zover de dienstverlening ziet op zeilboten en snelle motorboten. Deze middelen slagen, aldus A-G Ettema. Volgens de A-G is de onderhavige terbeschikkingstelling van een ligplaats in een jachthaven met de bijbehorende gemeenschappelijke jachthavenfaciliteiten een dienst die verband houdt met het gebruik van een accommodatie die nodig is voor de sportbeoefening, voor zover het gaat om een vaartuig dat wegens zijn objectieve kenmerken geschikt is voor de beoefening van sport. De A-G concludeert dat ’s Hofs andersluidende oordeel uitgaat van een onjuiste rechtsopvatting. Ten overvloede merkt de A-G op dat het Hof naar haar mening artikel 132, lid 1, onderdeel m, Btw-richtlijn niet heeft geschonden door de zogenoemde sportvrijstelling niet ambtshalve van toepassing te verklaren op de terbeschikkingstelling van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen die op grond van objectieve kenmerken geschikt zijn voor sportbeoefening. Het vierde cassatiemiddel treft daarom geen doel.

Gelegenheid geven tot sportbeoefening

Net nu de sportvrijstelling vanzelf aan het bewegen is geslagen zoals Vroon eerder opmerkte, lijkt er ook weer beweging te komen in de reikwijdte van het begrip ‘gelegenheid geven tot sportbeoefening’. Dit begrip vinden we terug in post b.3 van de bij de Wet OB 1968 behorende tabel I. De tocht die begon met de organisatie van een wandelvierdaagse, in draf ging bij buitenritten te paard vanuit de manege, via het geven van hardlooptrainingen langs zeil- en surflessen liep en nu is aangekomen bij de terbeschikkingstelling van ligplaatsen in jachthavens.

Jachthavens sportaccommodaties

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
maart 2013
Instantie
A-G
Datum instantie
19 oktober 2017
Rolnummer
16/05180
ECLI
ECLI:NL:PHR:2017:1216
Auteur(s)
mr. drs. J. Gruson
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2017/2778
Aflevering
30 november 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB973
entry not found in index,bwbr-btw-ri&artikel=132

Naar de bovenkant van de pagina