Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Belastingrente voelt momenteel als een bekeuring voor traagheid. Wie niet tijdig de vaststelling van het belastingbedrag accommodeert, krijgt een verhoging van het te betalen bedrag voor de kiezen. Rechtvaardig? Ja en nee. Belastingplichtigen – en ook de Belastingdienst – hebben enerzijds een stok achter de deur nodig om tijdig aan hun verplichtingen te voldoen, hoewel eerstgenoemden kennelijk wat meer dan de dienst. Bovendien kost een latere vaststelling van een belastingbedrag simpelweg centjes. 

Anderzijds ondermijnt de systematiek van de belastingrente de kracht van een belastingwet. Een hefboom op een vastgesteld belastingbedrag is in wezen een stiekeme vorm van belastingheffing. Dergelijke schijnbelastingen zijn een graat in de keel.

Het is geen theoretisch gewauwel. De belastingrente is thans 7,5% voor de meeste belastingmiddelen. Voor de vennootschapsbelasting en enkele verwante familieleden is dat zelfs 10%. Niemand kan met goed fatsoen dit verschil uitleggen. De ene traagheid is erger dan de andere, of zoiets. Maar wat een percentages zijn dit zeg. De schatkist spint tevreden. Jaarlijks worden honderden miljoenen euro’s aan belastingrente afgetikt. Het wijzigen van dit systeem is om die reden een moeizame klus.

Toch zit er beweging in. In de eerste plaats is de belastingrente sinds 1 januari 2024 niet meer gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties en voor de vennootschapsbelastingfamilie aan de wettelijke rente voor handelstransacties. Als je belastingen in de sfeer van handelstransacties plaatst, is er sowieso iets mis natuurlijk. Inmiddels is er een koppeling met de ECB-herfinancieringsrente gemaakt. Dat klinkt op zichzelf niet vreemd, maar op deze ogenschijnlijk objectieve indicator is een volstrekt willekeurige opslag geplaatst. Veel moeilijk gedoe met maar één doel: een hoge belastingrente om de schatkist te spekken.

Als de belastingrente dient als compensatie voor de financieringskosten van het vertraagd vastgestelde belastingbedrag, is het zuiverder om dan ook de daadwerkelijke financieringskosten te nemen. In ambtelijk jargon heet deze aanvliegroute de ‘compensatiegedachte’. Dan kom je echt heel veel lager uit dan 7,5% of 10%. Het punitieve deel van de belastingrente is dus de fundering voor de bizarre hoogte ervan, zo lijkt het. De vraag is of bestraffing – schattig als ‘verzuimgedachte’ aangeduid – wel bij de systematiek van de belastingrente thuishoort. Mijn idee: deel boetes uit als straf.

Anderhalf jaar geleden schreef ik over de belastingrente die volgens de Haagse begrotingssystematiek de apparaatsuitgaven van de Belastingdienst mede financiert (NLF-P 2023/5). Dit perverse mechanisme is raar. De ambtelijke Studiegroep Begrotingsruimte stelde daarom voor om de belastingrente over belastingen naar de inkomstenkant van de begroting te verplaatsen. Het is alsdan niet langer een financieringsinfuus voor de Belastingdienst. In de kabinetsformatie is dit voorstel overgenomen en in het Hoofdlijnenakkoord beland. Het nieuwe kabinet verhuist de belastingrente dus naar de inkomstenkant, maar doet vervolgens op voorspraak van de Studiegroep opnieuw iets raars. 

De belastingrente wordt namelijk ook in het harnas van het inkomstenkader geplaatst. Elke mutatie moet dan worden gedekt met een wijziging in belastingen of sociale premies. Het inkomstenkader is echter gericht op de beleidsmatige lastenontwikkeling. Daarmee heeft de belastingrente helemaal niets te maken. Nog een saillant technisch detail: de rente op de staatsschuld is buiten de kaders geplaatst. Die financieringskosten mogen dus fluctueren zonder dat iemand zenuwachtig wordt. Waarom zou je de belastingrente – denk aan de ‘compensatiegedachte’ – dan wel zo nerveus inkaderen?

Ambtenaren verordonneren dat budgettaire dekking randvoorwaardelijk is voor een systeemwijziging. Je vraagt je af wie de baas is in Den Haag. Maar goed, de piketpalen zijn nu geslagen. Dit is wat het is. Het gevolg is dat de genoemde 7,5% en 10% aan belastingrente voorlopig op die astronomische hoogte blijven staan. Het voelt als bekeuring en oogt als schijnbelasting. De systematiek van de belastingrente verdient een aanpassing.

Vanwege vakantie verschijnt de eerstvolgende column op maandag 19 augustus.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Publicatiedatum
16 juli 2024
NLF-nummer
NLF-P 2024/27
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist

Naar de bovenkant van de pagina