Politieke column
Toen het Belastingplan 2025 in het najaar dreigde te sneuvelen vanwege de per 2026 in te voeren btw-verhoging op sport, media en cultuur weigerde minister Heinen van Financiën dit onderdeel eruit te halen. Een nota van wijziging van die strekking kon de Kamer vergeten. De bewindsman liet zich ook niet verleiden om als dekking een inmiddels veelgehoorde ‘plaatsvervanger’ in te zetten in afwachting van de uitkomst van onderhandelingen voor een definitief alternatief. Welnee, de btw-verhoging moest in de wet komen te staan als stok achter de deur bij de zoektocht naar een vervangende maatregel.
In de Tweede Kamer bleek er daarnaast geen meerderheid voorhanden te zijn om de genoemde btw-verhoging dan maar zelf via een amendement uit het Belastingplan te slopen. Vooral ook omdat de meerderheidscoalitie – die de maatregel natuurlijk had bedacht en in het hoofdlijnenakkoord had opgeschreven – de rijen toen nog gesloten hield (in de Eerste Kamer heeft de coalitie echter geen meerderheid). De laatste strohalm was dan maar een motie die de regering oproept in overleg met de Kamer tot een alternatief te komen. Daarmee was de politieke kou voor even uit de lucht.
Het is echter nog steeds niet gelukt om tot een alternatieve dekking van inmiddels € 1,3 miljard te komen. Afgelopen weken zijn er individuele overleggen geweest tussen belastingstaatssecretaris Van Oostenbruggen en de woordvoerders van de coalitiepartijen en van vier oppositiepartijen. Je krijgt de indruk dat in die gesprekken slechts obligaat wat open deuren over de verschillende opties in de btw zijn gewisseld. Er is kennelijk niemand vooruit gestuurd om bij de fracties te sonderen. Evenmin zijn alvast wat exotische varianten in de week gelegd, als eventueel broodnodig alternatief van het alternatief.
In deze situatie is het bovendien wel zo handig als binnen de coalitie ook een of meer woordvoerders in de Kamer het voortouw nemen en het gesprek entameren om richting een oplossing te komen. Ook daarvan is geen sprake. Zelfs Kamerlid Van Vroonhoven (NSC) vond de kabinetsinzet en afdronk te licht en spoorde haar partijgenoot Van Oostenbruggen aan om regie te pakken, zo gaf zij aan in een commissiedebat vorige week donderdag. De bewindsman leek wat verbouwereerd door deze onnodige steek in de rug, want hij heeft het probleem ook maar vanuit de Kamer geërfd. De passiviteit en onkunde van Kamerleden wordt wel heel makkelijk op het bord van kabinetsleden gelegd.
De staatssecretaris probeerde echt wel de bal wat meer richting de Kamer te spelen. Hij gaf aan dat de Kamer hem maar moet aangeven welke alternatieve dekking hij kan uitwerken. De bewindsman las zelfs wat schoolmeesterachtig de letterlijke tekst van de motie voor, alsof Kamerleden de eigen motie niet zouden kennen. Met dit soort letterfetisjisme gaat het probleem niet opgelost worden. Het tekent de schurende onderlinge verhoudingen.
Hoe nu verder? Het probleem is natuurlijk helemaal niet onoplosbaar. In zo ongeveer elke begrotingsbespreking en elk belastingplanpakket liggen er dit soort pijnpunten. Nu is de samenwerking binnen de coalitie moeizaam te noemen, waarmee ook het kabinet worstelt. Dat is het echte obstakel. Niemand wil probleemeigenaar van dit ‘btw-dossier’ worden. De constante dreiging van een kabinetsval brengt een oplossing ook niet echt dichterbij.
Het is Kamer én kabinet inmiddels wel duidelijk dat de oplossing (mede) buiten de btw gezocht moet worden. Om die reden gaat Van Oostenbruggen nu opnieuw ‘een rondje’ langs de verschillende fracties maken. Er komt dan nog een brief. En jawel, daarna opnieuw een commissiedebat in de Tweede Kamer. Dan zal blijken of Van Oostenbruggen de karakteristieken in zich heeft van het beruchte oliemannetje dat de staatssecretaris van Financiën in het verleden zo vaak is geweest.