Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 23 maart 2018 heeft X (bv; belanghebbende) de aandelen verkregen in A (bv), een zogenoemde ‘onroerendezaakrechtspersoon’ als bedoeld in artikel 4 Wet BRV. A is rechthebbende van een pand dat voor circa € 25,2 miljoen is verbouwd.

X stelt dat in verband met de verkrijging geen overdrachtsbelasting verschuldigd is. Zij stelt dat het pand in wezen nieuw gebouwd is en dat daarom de samenloopvrijstelling van artikel 15, lid 1, aanhef en onderdeel a, Wet BRV van toepassing is. Rechtbank Noord-Holland heeft X geen gelijk gegeven.

De Rechtbank acht de wijzigingen relatief. Het pand was en blijft een kantoorpand, zowel naar uiterlijk als identiteit. De investering in het pand is aanzienlijk, zowel absoluut als relatief. Er hebben geen ingrijpende constructieve wijzigingen plaatsgevonden. De functie van het pand is ongewijzigd gebleven. Wel acht de Rechtbank aannemelijk dat de verhuurmogelijkheden (sterk) zijn verbeterd, en dat daarmee de gebruiksmogelijkheden zijn vergroot. Al deze omstandigheden in overweging nemend en tegen elkaar afwegend, komt de Rechtbank tot de conclusie dat (zonder rekening te houden met de dakverdieping) geen nieuw vervaardigd onroerende zaak is ontstaan door de verbouwing.

Dit oordeel wordt in hoger beroep door Hof Amsterdam bevestigd.

De uitspraak van de Hoge Raad van 4 november 2022 (22/01246, ECLI:NL:HR:2022:1577, NLF 2022/2224, met noot van Willemsen) (beantwoording prejudiciële vragen) bevestigt dat de Rechtbank van een juiste rechtsopvatting is uitgegaan; alleen wijzigingen in de bouwkundige constructie kunnen de conclusie rechtvaardigen dat een verbouwing zo ingrijpend is geweest dat daardoor in wezen een nieuw gebouw is ontstaan. De Inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat het aantal wijzigingen in de bouwkundige constructie beperkt is gebleven.

Er is geen in wezen nieuw gebouw ontstaan. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
18 juni 2024
Rolnummer
22/2493
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:1771
NLF-nummer
NLF 2024/1640
Aflevering
9 juli 2024
bwbr0002740&artikel=15&lid=1,bwbr0002740&artikel=15&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina