Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) oefent in een eenmanszaak en als maat een tandartspraktijk uit in twee panden die door haar volledig zijn aangemerkt als ondernemingsvermogen. Op 2 maart 2015 hebben X en haar partner samen een woning gekocht. Vanuit de woning zijn beide tandartspraktijken binnen 30 minuten bereikbaar.

In geschil is of het aandeel van X in de woning keuzevermogen vormt, zodat zij dat tot haar ondernemingsvermogen mocht rekenen (jaren 2015-2017).

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft X niet aannemelijk gemaakt dat de woning voor minder dan 90% voor privédoeleinden werd gebruikt, zodat de woning verplicht privévermogen is.

In dat geval is tussen partijen niet in geschil dat de woning in de jaren 2015, 2016 en 2017 moet worden aangemerkt als eigen woning van X en haar partner. Het Hof volgt partijen daarin.

Nu de stukken van het geding onvoldoende gegevens bevatten om voor deze situatie te kunnen vaststellen of en, zo ja, in hoeverre het inkomen uit werk en woning van X voor de jaren 2015, 2016 en 2017 te hoog is vastgesteld, geeft het Hof partijen opdracht hierover duidelijkheid te verschaffen. Het is niet toegestaan na deze tussenuitspraak met nieuwe grieven of argumenten te komen, aldus het Hof.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015-2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
26 september 2023
Rolnummer
22/822; 22/823; 22/824
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:8247
NLF-nummer
NLF 2023/2301
Aflevering
12 oktober 2023
bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0011353&artikel=3.8

Naar de bovenkant van de pagina