Metadata
OB / Procesrecht / naheffing wegens carrouselfraude en onterechte toepassing van het nultarief / het opleggen van een naheffingsaanslag OB met directe invordering zonder dat de belastingplichtige vooraf gelegenheid is geboden tot verweer leidt tot vernietiging
Rechtbank Den Haag, 25 januari 2011
Gerelateerde content
- Wet en parlementaire geschiedenis
- Internationale regelgeving
- Lagere regelgeving
- Besluiten(15)
- Jurisprudentie(519)
- Commentaar NLFiscaal
- Literatuur
- Recent
Samenvatting
In dit geval heeft kennelijk een omvangrijke carrouselfraude in auto’s plaatsgevonden, die mede tot een strafrechtelijk onderzoek heeft geleid. Het gaat om auto’s die uit Oostenrijk en Duitsland afkomstig zijn. Zij zijn rechtstreeks aan de belastingplichtige geleverd door de buitenlandse leveranciers, maar de facturen zijn voor een lagere verkoopprijs maar met BTW door Nederlandse personen aan de belastingplichtige uitgereikt.De Rechtbank weigert met de inspecteur de vooraftrek van de op die facturen in rekening gebrachte BTW voornamelijk omdat de opstellers van die facturen nimmer als eigenaar over de auto’s hebben kunnen beschikken. Voorts heeft de belastingplichtige in een aantal gevallen niet kunnen aantonen dat hij het nultarief terecht heeft toegepast.
Aan de belastingplichtige zijn in dit verband over het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 twee naheffingsaanslagen opgelegd. Eén van 650.000 euro en één van 740.640 euro. De eerstgenoemde aanslag blijft op de hiervoor vermelde gronden in stand. De tweede aanslag wordt echter vernietigd. De aanslag is pardoes opgelegd en direct invorderbaar verklaard. Blijkens het Sopropé-arrest van het Hof van Justitie EU moet echter op grond van voor de Europese gemeenschap geldende algemene rechtsbeginselen alvorens een naheffingsaanslag OB mag worden opgelegd aan de belastingplichtige, een zekere termijn voor verweer worden gegund. Overtreding van die regel leidt weliswaar niet altijd tot vernietiging van de desbetreffende aanslag, maar de aan de aanslag verbonden directe inning heeft zodanige schade veroorzaakt dat de tweede aanslag moet worden vernietigd.
BRON
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht, afdeling 4, meervoudige kamer
Procedurenummers: AWB 08/6449 OB en AWB 08/6450 OB
Uitspraakdatum: 25 januari 2011
Uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in de gedingen tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
I PROCESVERLOOP
1.1. Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 twee naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd van respectievelijk € 650.000 en € 740.640 (aanslagnummers [nummer] en [nummer]). Bij de naheffingsaanslag met volgnummer [nummer] is tevens een bedrag van € 95.270 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 juli 2008 en 1 augustus 2008 de naheffingsaanslagen gehandhaafd.
1.3. Eiseres heeft bij brief van 28 augustus 2008, door de rechtbank ontvangen op 29 augustus 2008, beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
1.4. Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend op 2 juni 2010. Verweerder heeft op 9 juni 2010 nadere stukken ingediend en heeft voorafgaand aan de zitting een pleitnota ingezonden. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2010. Namens eiseres zijn daar verschenen [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen [C] en [D].
1.5. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en meegedeeld dat in beginsel over zes weken schriftelijk uitspraak zal worden gedaan. Bij brief van 29 juni 2010 heeft de recht-bank aan partijen meegedeeld dat het onderzoek wordt heropend met het oog op het door eiseres gedane bewijsaanbod en het beroep van eiseres op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van 18 december 2008 nr. C-349/07, LJN: BG9363, Douanerechtspraak 2009/27 in de zaak Sopropé (hierna: het Sopropé-arrest). Eiseres is in de gelegenheid gesteld schriftelijke verklaringen te overleggen van de door haar ter zitting aangeboden getuigen. Verweerder is in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over het beroep van eiseres op het Sopropé-arrest.
1.6. Bij brief van 16 augustus 2010 heeft de rechtbank aan partijen meegedeeld dat op 2 november 2010 een nadere zitting zal worden gehouden en dat eiseres daarvoor getuigen kan uitnodigen dan wel alsnog schriftelijke verklaringen kan inbrengen.
1.7. De nadere zitting heeft plaatsgevonden op 2 november 2010. Namens eiseres zijn daar verschenen [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen [C], [D] en [E]. Eiseres heeft voor deze zitting negen getuigen opgeroepen van wie uiteindelijk alleen [F] is verschenen. Deze getuige is ter zitting onder ede gehoord.
1.8. Voorafgaand aan de nadere zitting hebben beide partijen nadere stukken ingediend welke steeds in afschrift zijn verstrekt aan de wederpartij.
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.
1.9. Eiseres exploiteert in de jaren 2001 tot en met 2004 een auto-, garage- en autoscha-deherstelbedrijf. Voor deze activiteiten is zij ondernemer in de zin van de omzetbelasting. Directeur en enig aandeelhouder van eiseres is [G] (hierna: [G]).
1.10. In de jaren 2004-2006 is door verweerder in samenwerking met buitenlandse belastingdiensten en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst (FIOD-ECD) (hierna: FIOD-ECD) onderzoek gedaan naar een carrouselfraude met auto's. Het onderzoek is begonnen op of omstreeks 18 november 2004 met de aankondiging van een deelonderzoek (hierna: het boekenonderzoek) naar intracommunautaire leveringen en verwervingen door eiseres. Het boekenonderzoek is op 8 december 2004 gestart. Bij brief van 28 april 2005 is meegedeeld dat het onderzoek wordt uitgebreid naar alle in- en verkopen van auto's (en eventueel alle andere transacties) in de periode van 1 januari 2001 tot en met 28 april 2005. Als uitvloeisel van het boekenonder-zoek heeft verweerder onderzoeken ingesteld bij derden, waaronder B.V. [H], ([I], en [J] Holdings BV (hierna: [J]), en is door de FIOD-ECD een strafrechtelijk onderzoek tegen (onder andere) eiseres geopend. Tot de gedingstukken behoren afschriften van het controlerapport dat met dagtekening 8 september 2006 van het boekenonderzoek is opgemaakt (hierna: het controlerapport) en van de strafrechtelijke processen-verbaal betreffende eiseres, [H], [I] en [J]. Het controlerapport is op 8 september 2006 aan eiseres verzonden en haar is de gelegenheid geboden daar binnen twee weken op te reageren.
1.11. De naheffingsaanslag van € 650.000 (hierna ook: de eerste naheffingsaanslag) is gedagtekend 28 april 2005. De aanslag is op diezelfde dag uitgereikt tijdens een bij eiseres gehouden huiszoeking in het kader van het strafrechtelijke onderzoek en is op de voet van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, en artikel 15 van de Invorderingswet 1990 terstond en tot het volle bedrag invorderbaar verklaard. De naheffingsaanslag van € 740.640 (hierna ook: de tweede naheffingsaanslag) is gedagtekend 26 september 2006.
1.12. Het controlerapport vermeldt onder meer de volgende, door eiseres niet betwiste bevindingen.
Inzake [H] (onderdeel 3.2 controlerapport)
1.12.1. In de administratie van eiseres zijn tachtig facturen van [H] aangetroffen voor de levering van auto's. De facturen zijn gedagtekend in de periode 17 september 2001 tot en met 28 februari 2003. Bestuurder van [H] in die periode was [K]. [H] was volgens de vermelding op de facturen gevestigd aan de [adres]. Dit betreft een woonadres, waar geen garagebedrijf gevestigd is (geweest).
1.12.2. Van de op de facturen van [H] vermelde auto's zijn er (ten minste) eenentwintig oorspronkelijk afkomstig van [L] GmbH te Oostenrijk (hierna: [L]). [L] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt, aanvankelijk op naam van [K]. Omdat bij controle door [L] bleek dat het op de facturen vermelde zogeheten UID nummer niet was toegekend aan [K] maar aan [H] zijn de facturen nadien opnieuw opgemaakt op naam van [H]. Voor achttien van de eenentwintig auto's heeft eiseres de door [L] opgemaakte factuur rechtstreeks betaald aan [L] en heeft zij daarnaast bedragen overgemaakt naar bankrekening [rekening] bij de [Bank] (hierna: rekening [rekening]) met als omschrijving "[H] BV". [K] is als enige gemachtigd voor deze rekening. Voor twee auto's heeft eiseres de door [H] aan haar gerichte factuur betaald op rekening [rekening].
1.12.3. Van de op de facturen van [H] vermelde auto's zijn er (ten mins[M]negen oorspronkelijk afkomstig van [M] (hierna: [M]). [M] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [H], van [I] en van [J]. Voor acht van de negen auto's heeft eiseres de op de facturen van [H], [I] en [J] vermelde koopprijs (incl BTW) overgemaakt naar rekening [rekening] met als omschrijving "[H] BV". In één geval is de door [M] opgemaakte factuur rechtstreeks door eiseres betaald aan [M].
1.12.4. Vrijwel alle stortingen op rekening [rekening] in de periode september 2001 tot en met februari 2003 zijn afkomstig van eiseres.
1.12.5. In de administratie van eiseres zijn geen koopcontracten met, of opdrachtbeves-tigingen van, [H] aangetroffen.
Inzake [J] (onderdeel 3.3 controlerapport)
1.12.6. In de administratie van eiseres zijn achtendertig facturen van [J] aangetroffen voor de levering van auto's. De facturen zijn gedagtekend in de periode 25 februari 2003 tot en met mei 2003. Bestuurder van [J] in die periode was [K]. [J] was volgens de vermelding op de facturen gevestigd aan de [adres]. Dit betreft een woonadres, waar geen garagebedrijf gevestigd is (geweest).
1.12.7. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) tien oorspronkelijk afkomstig van [L]. [L] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt, aanvankelijk op naam van [K] en daarna (nogmaals) op naam van [H] (zie onder 1.12.2). Eiseres heeft de door [L] opgemaakte facturen rechtstreeks betaald aan [L] en daarnaast bedragen overgemaakt naar bankrekening [rekening] bij de [Bank] (hierna: rekening [rekening]) met als omschrijving "Stichting Administratiekantoor [J]". [K] is als enige gemachtigd voor deze rekening.
1.12.8. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) vier oorspronkelijk afkomstig van [N] GmbH te Duitsland (hierna: [N]).
[N] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van Stichting Administratie-kantoor [J]. De door [N] opgemaakte facturen zijn door eiseres rechtstreeks betaald aan [N]. Daarnaast heeft eiseres bedragen overgemaakt naar rekening [rekening] met als omschrijving "Stichting Administratiekantoor [J]" en naar rekening [rekening] met als omschrijving "[H] BV". "Verbindliche Bestellungen" voor auto's bij [N] en akkoordverklaringen inzake die bestellingen werden naar en vanaf het faxnummer van eiseres verzonden.
1.12.9. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) twee oorspronkelijk afkomstig van [O] te Italië (hierna: [O]).
[O] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [J]. Eiseres heeft de door [O] opgemaakte facturen rechtstreeks betaald aan [O] en daarnaast bedragen overgemaakt naar rekening [rekening] met als omschrijving "Stichting Administratie-kantoor [J]".
1.12.10. Alle stortingen op rekening [rekening] in de gecontroleerde periode waren afkomstig van eiseres.
1.12.11. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) zes oorspronkelijk verkocht door [L] aan Autobedrijf [Q] BV, die de auto's vervolgens heeft gefactureerd aan [R] te België (hierna: [R]). [R] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [J]. Er heeft geen levering aan [R] plaatsgehad.
1.12.12. In de administratie van eiseres zijn geen koopcontracten met, of opdrachtbeves-tigingen van, [J] aangetroffen.
Inzake [I] (onderdeel 3.4 controlerapport)
1.12.13. In de administratie van eiseres zijn dertien facturen van [I] aangetroffen voor de levering van auto's. De facturen zijn gedagtekend in de periode 12 januari 2001 tot en met 6 augustus 2001. Bestuurder van [I] in die periode was [S]. [I] had als vestigingsadres een postbusnummer en als correspondentieadres [adres]. Op dit adres is geen garagebedrijf gevestigd (geweest).
1.12.14. Van de op de facturen van [I] vermelde auto's zijn er (ten minste) zes oorspron-kelijk afkomstig van [M]. [M] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [H]. In één geval is de door [I] opgemaakte factuur door eiseres betaald op een bankrekening op naam van [I] Management. In de overige gevallen is niet bekend hoe de facturen zijn betaald. Voor verschillende van deze auto's is door [M] een fax verzonden naar eiseres op het faxnummer van eiseres. Ter zake van verschillende van deze transacties heeft [S] aan [M] per fax meegedeeld dat deze informatie moest zenden naar het faxnummer van eiseres.
1.12.15. [K] heeft verklaard dat hij in opdracht van [G] de door eiseres naar de rekening [rekening] overgemaakte bedragen overboekte naar de oorspronkelijke buitenlandse leverancier of in contanten opnam, dat hij in opdracht en op aanwijzing van [G] valse facturen van [H] en [J] opmaakte op naam van eiseres en aan eiseres verzond, en dat hij voor dit alles een vergoeding van € 300 à € 500 per auto ontving. [K] heeft voorts verklaard dat er geen daadwerkelijke transacties met [L] zijn geweest en dat de van [M] afkomstige auto's zijn gekocht door [G]. De contacten tussen [M] en eiseres verliepen aanvankelijk via [S], [K] en [T] (hierna: [T]). [M] ging ervan uit dat zij optraden namens eiseres en dat [H] eigendom was van [G]. In een aantal gevallen zijn van [L] of [M] afkomstige auto's rechtstreeks afgeleverd bij eiseres.
1.12.16. De koopprijs van de auto's die is vermeld op de door [H], [J] en [I] aan eiseres gerichte facturen is telkens lager dan de koopprijs die is vermeld op de facturen die ter zake van die auto's op naam van [H], [J] en [I] zijn opgemaakt door de buitenlandse leveranciers. Eiseres heeft de omzetbelasting die is vermeld op door de [H], [J] en [I] opgemaakte en aan eiseres gerichte facturen als voorbelasting in aftrek gebracht.
Inzake intracommunautaire leveringen (onderdelen 3.7.4-3.7.6, 3.8 en 3.10 controlerapport)
1.12.17. Eiseres heeft in de periode van 5 augustus 2002 tot en met februari 2004 drieënveertig facturen opgemaa[V]m van [U] te België. Van de drieënveertig facturen zijn er elf opgemaakt in 2002 voor de levering van elf auto's voor een bedrag van in totaal € 448.900 (exclusief omzetbelasting), eenendertig facturen zijn opgemaakt in 2003 voor de levering van eenendertig auto's voor een bedrag van in totaal € 1.172.640 (exclusief omzetbelasting) en één factuur is opgemaakt in 2004 voor de levering van één auto voor een bedrag van € 37.400 (exclusief omzetbelasting). Eiseres heeft de op de facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de admini-stratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracommunautaire leveringen. Tijdens het boekenonderzoek zijn in de administratie van eiseres voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, orderbevestigingen of andere bescheiden aangetroffen, behoudens zes vervoersverklaringen uit 2003, waarin is vermeld dat de desbetreffende auto's naar België zijn vervoerd. [V] heeft verklaard dat hij in de gecontroleerde periode ongeveer 7 auto's van eiseres heeft gekocht.
1.12.18. Eiseres heeft drie facturen opgemaakt met dagtekening 8 augustus 2002 op naam van [W] te België voor een totaalbedrag van € 120.156 (exclusief omzetbelasting). De drie facturen hebben betrekking op drie auto's waarvoor [H] fac-turen heeft opgemaakt op naam van eiseres. Eiseres heeft de op de (door haar opgemaakte) facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de administratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracommunautaire leveringen. In de administratie van eiseres zijn voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, order-bevestigingen of andere bescheiden aangetroffen.
1.12.19. Eiseres heeft met dagtekening 8 en 26 november 2002 twee facturen opgemaakt op naam van [Y] te België voor een totaalbedrag van € 52.000 (exclusief omzetbelasting). Eiseres heeft de op de facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de administratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracommunautaire leveringen. In de administratie van eiseres zijn voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, orderbevestigingen of andere bescheiden aangetroffen. [Y] heeft tegenover de Belgische fiscus verklaard dat hij nooit auto's heeft gekocht bij eiseres.
1.12.20. Eiseres heeft met dagtekening 15 april 2003 twee facturen opgemaakt op naam van [AA] te Italië voor een totaalbedrag van € 82.500 (exclusief omzetbelasting). Eiseres heeft de op de facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de administratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracom-munautaire leveringen. Tevens is een bedrag van € 12.000 per bank ontvangen, dat volgens de omschrijving betrekking had op één van de auto's. In de administratie van eiseres zijn voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, orderbevestigingen of andere bescheiden aangetroffen.
1.13. Op grond van het controlerapport en hetgeen overigens uit het boekenonderzoek en het strafrechtelijk onderzoek naar voren is gekomen, heeft verweerder geconcludeerd dat eiseres deelnam aan een carrouselfraude, dat alle onder 1.12 genoemde facturen van [H], [J] en [I] valselijk zijn opgemaakt, dat de daarop vermelde auto's niet door [H], [J] en [I] aan eiseres zijn geleverd, en voorts dat niet is aangetoond dat de auto's die zijn vermeld op de onder 1.12 genoemde facturen van eiseres aan buitenlandse afnemers daadwerkelijk naar het buitenland zijn vervoerd. Verweerder heeft daarom de volgende correcties berekend:
Sector bestuursrecht, afdeling 4, meervoudige kamer
Procedurenummers: AWB 08/6449 OB en AWB 08/6450 OB
Uitspraakdatum: 25 januari 2011
Uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in de gedingen tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
I PROCESVERLOOP
1.1. Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 twee naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd van respectievelijk € 650.000 en € 740.640 (aanslagnummers [nummer] en [nummer]). Bij de naheffingsaanslag met volgnummer [nummer] is tevens een bedrag van € 95.270 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 juli 2008 en 1 augustus 2008 de naheffingsaanslagen gehandhaafd.
1.3. Eiseres heeft bij brief van 28 augustus 2008, door de rechtbank ontvangen op 29 augustus 2008, beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
1.4. Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend op 2 juni 2010. Verweerder heeft op 9 juni 2010 nadere stukken ingediend en heeft voorafgaand aan de zitting een pleitnota ingezonden. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2010. Namens eiseres zijn daar verschenen [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen [C] en [D].
1.5. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en meegedeeld dat in beginsel over zes weken schriftelijk uitspraak zal worden gedaan. Bij brief van 29 juni 2010 heeft de recht-bank aan partijen meegedeeld dat het onderzoek wordt heropend met het oog op het door eiseres gedane bewijsaanbod en het beroep van eiseres op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van 18 december 2008 nr. C-349/07, LJN: BG9363, Douanerechtspraak 2009/27 in de zaak Sopropé (hierna: het Sopropé-arrest). Eiseres is in de gelegenheid gesteld schriftelijke verklaringen te overleggen van de door haar ter zitting aangeboden getuigen. Verweerder is in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over het beroep van eiseres op het Sopropé-arrest.
1.6. Bij brief van 16 augustus 2010 heeft de rechtbank aan partijen meegedeeld dat op 2 november 2010 een nadere zitting zal worden gehouden en dat eiseres daarvoor getuigen kan uitnodigen dan wel alsnog schriftelijke verklaringen kan inbrengen.
1.7. De nadere zitting heeft plaatsgevonden op 2 november 2010. Namens eiseres zijn daar verschenen [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen [C], [D] en [E]. Eiseres heeft voor deze zitting negen getuigen opgeroepen van wie uiteindelijk alleen [F] is verschenen. Deze getuige is ter zitting onder ede gehoord.
1.8. Voorafgaand aan de nadere zitting hebben beide partijen nadere stukken ingediend welke steeds in afschrift zijn verstrekt aan de wederpartij.
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.
1.9. Eiseres exploiteert in de jaren 2001 tot en met 2004 een auto-, garage- en autoscha-deherstelbedrijf. Voor deze activiteiten is zij ondernemer in de zin van de omzetbelasting. Directeur en enig aandeelhouder van eiseres is [G] (hierna: [G]).
1.10. In de jaren 2004-2006 is door verweerder in samenwerking met buitenlandse belastingdiensten en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst (FIOD-ECD) (hierna: FIOD-ECD) onderzoek gedaan naar een carrouselfraude met auto's. Het onderzoek is begonnen op of omstreeks 18 november 2004 met de aankondiging van een deelonderzoek (hierna: het boekenonderzoek) naar intracommunautaire leveringen en verwervingen door eiseres. Het boekenonderzoek is op 8 december 2004 gestart. Bij brief van 28 april 2005 is meegedeeld dat het onderzoek wordt uitgebreid naar alle in- en verkopen van auto's (en eventueel alle andere transacties) in de periode van 1 januari 2001 tot en met 28 april 2005. Als uitvloeisel van het boekenonder-zoek heeft verweerder onderzoeken ingesteld bij derden, waaronder B.V. [H], ([I], en [J] Holdings BV (hierna: [J]), en is door de FIOD-ECD een strafrechtelijk onderzoek tegen (onder andere) eiseres geopend. Tot de gedingstukken behoren afschriften van het controlerapport dat met dagtekening 8 september 2006 van het boekenonderzoek is opgemaakt (hierna: het controlerapport) en van de strafrechtelijke processen-verbaal betreffende eiseres, [H], [I] en [J]. Het controlerapport is op 8 september 2006 aan eiseres verzonden en haar is de gelegenheid geboden daar binnen twee weken op te reageren.
1.11. De naheffingsaanslag van € 650.000 (hierna ook: de eerste naheffingsaanslag) is gedagtekend 28 april 2005. De aanslag is op diezelfde dag uitgereikt tijdens een bij eiseres gehouden huiszoeking in het kader van het strafrechtelijke onderzoek en is op de voet van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, en artikel 15 van de Invorderingswet 1990 terstond en tot het volle bedrag invorderbaar verklaard. De naheffingsaanslag van € 740.640 (hierna ook: de tweede naheffingsaanslag) is gedagtekend 26 september 2006.
1.12. Het controlerapport vermeldt onder meer de volgende, door eiseres niet betwiste bevindingen.
Inzake [H] (onderdeel 3.2 controlerapport)
1.12.1. In de administratie van eiseres zijn tachtig facturen van [H] aangetroffen voor de levering van auto's. De facturen zijn gedagtekend in de periode 17 september 2001 tot en met 28 februari 2003. Bestuurder van [H] in die periode was [K]. [H] was volgens de vermelding op de facturen gevestigd aan de [adres]. Dit betreft een woonadres, waar geen garagebedrijf gevestigd is (geweest).
1.12.2. Van de op de facturen van [H] vermelde auto's zijn er (ten minste) eenentwintig oorspronkelijk afkomstig van [L] GmbH te Oostenrijk (hierna: [L]). [L] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt, aanvankelijk op naam van [K]. Omdat bij controle door [L] bleek dat het op de facturen vermelde zogeheten UID nummer niet was toegekend aan [K] maar aan [H] zijn de facturen nadien opnieuw opgemaakt op naam van [H]. Voor achttien van de eenentwintig auto's heeft eiseres de door [L] opgemaakte factuur rechtstreeks betaald aan [L] en heeft zij daarnaast bedragen overgemaakt naar bankrekening [rekening] bij de [Bank] (hierna: rekening [rekening]) met als omschrijving "[H] BV". [K] is als enige gemachtigd voor deze rekening. Voor twee auto's heeft eiseres de door [H] aan haar gerichte factuur betaald op rekening [rekening].
1.12.3. Van de op de facturen van [H] vermelde auto's zijn er (ten mins[M]negen oorspronkelijk afkomstig van [M] (hierna: [M]). [M] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [H], van [I] en van [J]. Voor acht van de negen auto's heeft eiseres de op de facturen van [H], [I] en [J] vermelde koopprijs (incl BTW) overgemaakt naar rekening [rekening] met als omschrijving "[H] BV". In één geval is de door [M] opgemaakte factuur rechtstreeks door eiseres betaald aan [M].
1.12.4. Vrijwel alle stortingen op rekening [rekening] in de periode september 2001 tot en met februari 2003 zijn afkomstig van eiseres.
1.12.5. In de administratie van eiseres zijn geen koopcontracten met, of opdrachtbeves-tigingen van, [H] aangetroffen.
Inzake [J] (onderdeel 3.3 controlerapport)
1.12.6. In de administratie van eiseres zijn achtendertig facturen van [J] aangetroffen voor de levering van auto's. De facturen zijn gedagtekend in de periode 25 februari 2003 tot en met mei 2003. Bestuurder van [J] in die periode was [K]. [J] was volgens de vermelding op de facturen gevestigd aan de [adres]. Dit betreft een woonadres, waar geen garagebedrijf gevestigd is (geweest).
1.12.7. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) tien oorspronkelijk afkomstig van [L]. [L] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt, aanvankelijk op naam van [K] en daarna (nogmaals) op naam van [H] (zie onder 1.12.2). Eiseres heeft de door [L] opgemaakte facturen rechtstreeks betaald aan [L] en daarnaast bedragen overgemaakt naar bankrekening [rekening] bij de [Bank] (hierna: rekening [rekening]) met als omschrijving "Stichting Administratiekantoor [J]". [K] is als enige gemachtigd voor deze rekening.
1.12.8. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) vier oorspronkelijk afkomstig van [N] GmbH te Duitsland (hierna: [N]).
[N] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van Stichting Administratie-kantoor [J]. De door [N] opgemaakte facturen zijn door eiseres rechtstreeks betaald aan [N]. Daarnaast heeft eiseres bedragen overgemaakt naar rekening [rekening] met als omschrijving "Stichting Administratiekantoor [J]" en naar rekening [rekening] met als omschrijving "[H] BV". "Verbindliche Bestellungen" voor auto's bij [N] en akkoordverklaringen inzake die bestellingen werden naar en vanaf het faxnummer van eiseres verzonden.
1.12.9. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) twee oorspronkelijk afkomstig van [O] te Italië (hierna: [O]).
[O] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [J]. Eiseres heeft de door [O] opgemaakte facturen rechtstreeks betaald aan [O] en daarnaast bedragen overgemaakt naar rekening [rekening] met als omschrijving "Stichting Administratie-kantoor [J]".
1.12.10. Alle stortingen op rekening [rekening] in de gecontroleerde periode waren afkomstig van eiseres.
1.12.11. Van de op de facturen van [J] vermelde auto's zijn er (ten minste) zes oorspronkelijk verkocht door [L] aan Autobedrijf [Q] BV, die de auto's vervolgens heeft gefactureerd aan [R] te België (hierna: [R]). [R] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [J]. Er heeft geen levering aan [R] plaatsgehad.
1.12.12. In de administratie van eiseres zijn geen koopcontracten met, of opdrachtbeves-tigingen van, [J] aangetroffen.
Inzake [I] (onderdeel 3.4 controlerapport)
1.12.13. In de administratie van eiseres zijn dertien facturen van [I] aangetroffen voor de levering van auto's. De facturen zijn gedagtekend in de periode 12 januari 2001 tot en met 6 augustus 2001. Bestuurder van [I] in die periode was [S]. [I] had als vestigingsadres een postbusnummer en als correspondentieadres [adres]. Op dit adres is geen garagebedrijf gevestigd (geweest).
1.12.14. Van de op de facturen van [I] vermelde auto's zijn er (ten minste) zes oorspron-kelijk afkomstig van [M]. [M] heeft voor deze auto's facturen opgemaakt op naam van [H]. In één geval is de door [I] opgemaakte factuur door eiseres betaald op een bankrekening op naam van [I] Management. In de overige gevallen is niet bekend hoe de facturen zijn betaald. Voor verschillende van deze auto's is door [M] een fax verzonden naar eiseres op het faxnummer van eiseres. Ter zake van verschillende van deze transacties heeft [S] aan [M] per fax meegedeeld dat deze informatie moest zenden naar het faxnummer van eiseres.
1.12.15. [K] heeft verklaard dat hij in opdracht van [G] de door eiseres naar de rekening [rekening] overgemaakte bedragen overboekte naar de oorspronkelijke buitenlandse leverancier of in contanten opnam, dat hij in opdracht en op aanwijzing van [G] valse facturen van [H] en [J] opmaakte op naam van eiseres en aan eiseres verzond, en dat hij voor dit alles een vergoeding van € 300 à € 500 per auto ontving. [K] heeft voorts verklaard dat er geen daadwerkelijke transacties met [L] zijn geweest en dat de van [M] afkomstige auto's zijn gekocht door [G]. De contacten tussen [M] en eiseres verliepen aanvankelijk via [S], [K] en [T] (hierna: [T]). [M] ging ervan uit dat zij optraden namens eiseres en dat [H] eigendom was van [G]. In een aantal gevallen zijn van [L] of [M] afkomstige auto's rechtstreeks afgeleverd bij eiseres.
1.12.16. De koopprijs van de auto's die is vermeld op de door [H], [J] en [I] aan eiseres gerichte facturen is telkens lager dan de koopprijs die is vermeld op de facturen die ter zake van die auto's op naam van [H], [J] en [I] zijn opgemaakt door de buitenlandse leveranciers. Eiseres heeft de omzetbelasting die is vermeld op door de [H], [J] en [I] opgemaakte en aan eiseres gerichte facturen als voorbelasting in aftrek gebracht.
Inzake intracommunautaire leveringen (onderdelen 3.7.4-3.7.6, 3.8 en 3.10 controlerapport)
1.12.17. Eiseres heeft in de periode van 5 augustus 2002 tot en met februari 2004 drieënveertig facturen opgemaa[V]m van [U] te België. Van de drieënveertig facturen zijn er elf opgemaakt in 2002 voor de levering van elf auto's voor een bedrag van in totaal € 448.900 (exclusief omzetbelasting), eenendertig facturen zijn opgemaakt in 2003 voor de levering van eenendertig auto's voor een bedrag van in totaal € 1.172.640 (exclusief omzetbelasting) en één factuur is opgemaakt in 2004 voor de levering van één auto voor een bedrag van € 37.400 (exclusief omzetbelasting). Eiseres heeft de op de facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de admini-stratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracommunautaire leveringen. Tijdens het boekenonderzoek zijn in de administratie van eiseres voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, orderbevestigingen of andere bescheiden aangetroffen, behoudens zes vervoersverklaringen uit 2003, waarin is vermeld dat de desbetreffende auto's naar België zijn vervoerd. [V] heeft verklaard dat hij in de gecontroleerde periode ongeveer 7 auto's van eiseres heeft gekocht.
1.12.18. Eiseres heeft drie facturen opgemaakt met dagtekening 8 augustus 2002 op naam van [W] te België voor een totaalbedrag van € 120.156 (exclusief omzetbelasting). De drie facturen hebben betrekking op drie auto's waarvoor [H] fac-turen heeft opgemaakt op naam van eiseres. Eiseres heeft de op de (door haar opgemaakte) facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de administratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracommunautaire leveringen. In de administratie van eiseres zijn voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, order-bevestigingen of andere bescheiden aangetroffen.
1.12.19. Eiseres heeft met dagtekening 8 en 26 november 2002 twee facturen opgemaakt op naam van [Y] te België voor een totaalbedrag van € 52.000 (exclusief omzetbelasting). Eiseres heeft de op de facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de administratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracommunautaire leveringen. In de administratie van eiseres zijn voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, orderbevestigingen of andere bescheiden aangetroffen. [Y] heeft tegenover de Belgische fiscus verklaard dat hij nooit auto's heeft gekocht bij eiseres.
1.12.20. Eiseres heeft met dagtekening 15 april 2003 twee facturen opgemaakt op naam van [AA] te Italië voor een totaalbedrag van € 82.500 (exclusief omzetbelasting). Eiseres heeft de op de facturen vermelde bedragen als kasontvangsten verantwoord in de administratie en tegen het nultarief aangegeven in de opgave intracom-munautaire leveringen. Tevens is een bedrag van € 12.000 per bank ontvangen, dat volgens de omschrijving betrekking had op één van de auto's. In de administratie van eiseres zijn voor de auto's geen vervoersbescheiden, aan- of verkoopbescheiden, orderbevestigingen of andere bescheiden aangetroffen.
1.13. Op grond van het controlerapport en hetgeen overigens uit het boekenonderzoek en het strafrechtelijk onderzoek naar voren is gekomen, heeft verweerder geconcludeerd dat eiseres deelnam aan een carrouselfraude, dat alle onder 1.12 genoemde facturen van [H], [J] en [I] valselijk zijn opgemaakt, dat de daarop vermelde auto's niet door [H], [J] en [I] aan eiseres zijn geleverd, en voorts dat niet is aangetoond dat de auto's die zijn vermeld op de onder 1.12 genoemde facturen van eiseres aan buitenlandse afnemers daadwerkelijk naar het buitenland zijn vervoerd. Verweerder heeft daarom de volgende correcties berekend:
4739fe98-24af-422c-9b5a-d173df1bc12c | ATT4ARJE |
Metadata
Rubriek(en)
OmzetbelastingBelastingtijdvak
2001 - 2004Instantie
Rechtbank Den HaagDatum instantie
25 januari 2011Rolnummer
08/6449-08/6450ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2011:BR207615&g=2001-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=15,bwbid=bwbr0&artikel=9,bwbid=bwbr0&artikel=12,bwbid=bwbr0&artikel=10