Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een in 2010 overleden vrouw heeft in december 2002 een woning aan haar zoon verkocht en geleverd voor € 216.000. De moeder is in de woning blijven wonen. Van de koopsom heeft zij € 34.025 kwijtgescholden. Het resterende bedrag is de zoon schuldig gebleven op basis van een overeenkomst van geldlening. De geldlening is direct opeisbaar en aflosbaar. Over de geldlening is geen rente verschuldigd. De moeder heeft in de jaren 2002 tot en met 2009 het resterende bedrag van € 181.975 in termijnen kwijtgescholden. Ten tijde van het overlijden had de moeder voorts een schuld aan haar zoon van € 71.400, welk bedrag bestaat uit niet betaalde huur en uit niet betaalde rente over de huurschuld. De zoon is de enig erfgenaam.
Niet in geschil is dat verkrijging van de woning belast is als fictieve erfrechtelijke verkrijging in de zin van artikel 10 SW en dat de waarde van de woning voor de toepassing van deze bepaling € 270.00 bedraagt. In geschil is of het bedrag van € 181.975, dat de moeder na de levering heeft kwijtgescholden, te vermeerderen met rente in mindering komt op deze verkrijging.
Voor deze vraag is artikel 7 SW van belang, zoals dit artikel met ingang van 2010 is ingevoerd. Hierin is bepaald dat de waarde van hetgeen de verkrijger voor zijn verkrijging heeft opgeofferd of van hetgeen door de erflater ten laste van de verkrijger werd bedongen, in mindering strekt op de waarde welke op grond van artikel 10 SW in aanmerking wordt genomen. Volgens Hof Amsterdam is aftrek van het bedrag van € 181.975 op de waarde van de woning op grond van artikel 7 SW niet mogelijk. Er is een rechtstreeks verband aanwezig tussen de bedongen tegenprestatie en de kwijtscheldingen. Nu de tegenprestatie geheel is kwijtgescholden is niets opgeofferd in de zin van artikel 7 SW.
Het Hof beslist verder dat het bedrag van de door de moeder niet betaalde huur, vermeerderd met rente, belast is op grond van artikel 10 SW.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2010
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
29 augustus 2013
Rolnummer
12/00472
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:2717
bwbid=bwbr0&artikel=10,bwbid=bwbr0&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina