Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan A (bv), waarvoor X (belanghebbende) werkzaam is, vergrijpboetes opgelegd op grond van artikel 67f AWR. Daarnaast heeft de Inspecteur een vergrijpboete aan X opgelegd op grond van artikel 5:1, lid 3, Awb in samenhang gelezen met artikel 67f AWR. Volgens de Inspecteur heeft X feitelijk leidinggegeven aan de verboden gedraging van het opzettelijk niet betalen van omzetbelasting door A. Wegens samenloop met de vergrijpboetes die zijn opgelegd aan A en persoonlijke financiële omstandigheden van X, heeft de Inspecteur de vergrijpboete gematigd tot € 15.000.

X heeft de aandelen in A (uiteindelijk) overgenomen voor € 1 en zich verplicht een lening aan A te verstrekken om een deel van de verschuldigde omzetbelasting, rente en boetes te betalen. X heeft bij Rechtbank Gelderland onder meer aangevoerd dat hij tweemaal wordt geraakt in zijn vermogen doordat ook aan hem een vergrijpboete is opgelegd. Voor zover X door de onderhavige vergrijpboete tweemaal wordt geraakt in zijn vermogen, heeft de Inspecteur echter al rekening gehouden met deze mogelijke dubbele raking. De Rechtbank acht de opgelegde vergrijpboete van € 15.000 passend en geboden. Vanwege undue delay wordt de boete gematigd tot € 14.250.

Ook Hof Arnhem-Leeuwarden acht de opgelegde boete van € 15.000 in hoger beroep passend en geboden. De boete is door de Rechtbank met juistheid wegens undue delay verminderd tot € 14.250.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2016-2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
14 mei 2024
Rolnummer
23/1342
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:3357
NLF-nummer
NLF 2024/1271
Aflevering
28 mei 2024
bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0005537&artikel=5:1,bwbr0005537&artikel=5:1

Naar de bovenkant van de pagina