Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende), een commerciële vastgoedbelegger, is eigenaar van een in 1998 gebouwd multifunctioneel stadion in Arnhem, waarin door [naam] voetbalwedstrijden worden gespeeld en concerten worden gehouden.

De onroerende zaak is in juli 2018 na tussenkomst van de bank in verhuurde staat verkocht aan X voor € 13.750.000 en in september 2018 aan X geleverd. De jaarhuur bedraagt € 2.213.028, waarvan uiteindelijk circa 85% voor rekening komt van de onderhuurder. De WOZ-waarde van het stadion is per 1 januari 2019 vastgesteld op € 13.773.000.

X betoogt dat de waarde te hoog is vastgesteld, omdat de bedrijfswaarde lager is. Zij staat een (bedrijfs)waarde voor van € 8.000.000. De Heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 13.773.000.

X heeft, in het licht van de betwisting door de Heffingsambtenaar, geen feiten aannemelijk gemaakt die meebrengen dat de bedrijfswaarde lager is dan de vastgestelde waarde.

Ook in de huidige financiële malaise bij de onderhuurder, de onzekerheid die hierdoor is ontstaan over het voortbestaan als betaaldvoetbalorganisatie en de degradatie uit de eredivisie, ziet Hof Arnhem-Leeuwarden geen bepalende invloed op de bedrijfswaarde ten tijde van de waardepeildatum (1 januari 2019). Het betreft in alle gevallen omstandigheden die op de waardepeildatum niet voorzienbaar waren. Er bestaat geen aanleiding de vastgestelde WOZ-waarde te verminderen, aldus het Hof.

Het hoger beroep van X is enkel gegrond voor zover het gaat om het door Rechtbank Gelderland niet behandelde verzoek om vergoeding van immateriële schade.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
23 april 2024
Rolnummer
22/1732
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:2860
NLF-nummer
NLF 2024/1118
Aflevering
7 mei 2024
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina