Direct naar content gaan

Samenvatting

De gemeente X (belanghebbende) heeft overeenkomsten gesloten met exploitanten van buitenreclame die zij tegen betaling een exclusief recht heeft verleend om reclameobjecten of -boodschappen aan te brengen op gemeentelijke objecten of grond. Voor de verlening en het beheer van die concessies verricht zij zekere werkzaamheden. Een en ander produceert significante overschotten. De Inspecteur acht haar ter zake daarvan vennootschapsbelastingplichtig.

In geschil is of X met haar reclameactiviteiten een materiële onderneming drijft zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, onderdeel g, Wet VpB 1969 en, zo ja, of daarvoor dan de overheidstakenvrijstelling van artikel 8e, lid 1, onderdeel b, Wet VpB 1969 geldt. Gaat het om een onderneming en geldt de vrijstelling niet, dan is in geschil of op de alsdan verplichte openingsbalans geactiveerd kunnen worden: (i) de waarde van de vóór 1 januari 2016 met de exploitanten gesloten contracten (en of ontvangsten daarop afgeboekt kunnen worden), en (ii) de voor de buitenreclame gebruikte 180 lichtmasten die op 1 januari 2016 eigendom van de belanghebbende waren (en of daarop kan worden afgeschreven).

Hof Den Bosch heeft de gemeentelijke reclameactiviteiten gekwalificeerd als het tegen vergoeding verlenen van een exclusief recht aan exploitanten om objecten in de openbare ruimte te exploiteren voor reclamedoeleinden.

Voor de vraag of zij een onderneming opleveren, moeten zij volgens het Hof als één activiteit worden beschouwd die niet kan worden geacht op te gaan in het (publiekrechtelijke en vrijgestelde) beheer van de openbare ruimte.

Dat impliceert een openingsbalans per 1 januari 2016 voor de reclameactiviteiten. Het Hof achtte de lopende contracten niet activeerbaar omdat de te verwachten inkomsten rechtstreeks staan tegenover door X nog te leveren prestaties. Die inkomsten zijn omzet, aldus het Hof.

Wat betreft activering van en afschrijving op de lichtmasten, meende het Hof dat karakter en functie van een lichtmast niet wezenlijk veranderen doordat er een reclameobject of -boodschap op wordt aangebracht. De lichtmasten worden voor 90% of meer gebruikt voor het onbelaste beheer en inrichting van de openbare ruimte, zodat zij verplicht niet-ondernemingsvermogen zijn en dus niet geactiveerd kunnen worden.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld.

Volgens A-G Wattel moet de zaak terug naar de feitenrechter voor een nieuwe feitelijke beoordeling van het ondernemingskarakter van de gemeentelijke concessieverlening, met name van de vragen waar het vereiste kapitaal is en of de aan de concessieverlening en -beheer bestede arbeid voldoende is voor het aannemen van een onderneming.

Zie ook de idem-zaak (ECLI:NL:PHR:2024:631, NLF 2024/1637).

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
A-G
Datum instantie
14 juni 2024
Rolnummer
23/04802
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:707
Auteur(s)
drs. G.J.W. de Ruiter
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2024/1619
Aflevering
9 juli 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6492
bwbr0002672&artikel=2,bwbr0002672&artikel=2,bwbr0002672&artikel=8e,bwbr0002672&artikel=8e

Naar de bovenkant van de pagina