Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) zijn zowel voor de rioolheffing als voor de afvalstoffenheffing afzonderlijke aanslagen voor het vaste deel en voor het variabele deel van de heffing opgelegd.

Hof Den Bosch heeft het standpunt van X verworpen dat geen afzonderlijke aanslagen mogen worden opgelegd. Op de hoofdregel dat maar eenmaal een primitieve aanslag kan worden opgelegd, bestaat een hier van toepassing zijnde uitzondering voor het geval ter zake van hetzelfde belastbare feit wordt geheven naar verschillende grondslagen. Het Hof heeft niettemin de aanslag afvalstoffenheffing voor het variabele deel (het aantal ledigingen in 2019) vernietigd, omdat de Verordening afvalstoffenheffing 2019 (hierna: de verordening) wat betreft het variabele deel onverbindend is jegens X. Uit de verordening volgt niet voldoende duidelijk of sprake is van een tijdvak- of tijdstipheffing. De verordening voldoet niet aan de in artikel 217 Gemw vermelde essentialia ‘het tijdstip van beëindiging van de heffing’ en ‘hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is’.

Het college van B en W van de gemeente Sint Michielsgestel heeft (principaal) beroep in cassatie ingesteld en X incidenteel beroep in cassatie.

A-G Pauwels meent dat het incidentele cassatieberoep van X ongegrond is.

De A-G betoogt dat het principale cassatieberoep van het college van B en W gegrond is. De verordening voldoet wel aan de eisen van artikel 217 Gemw ook wat betreft de belasting per lediging.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2019-2020
Instantie
A-G
Datum instantie
10 mei 2024
Rolnummer
23/02119
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:513
NLF-nummer
NLF 2024/1302
Aflevering
4 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6432
bwbr0005416&artikel=217,bwbr0005416&artikel=217

Naar de bovenkant van de pagina