Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft voor de verkoop van magische truffels aangifte omzetbelasting gedaan naar het algemene tarief van 21%. Zij betoogt echter dat de levering van magische truffels is belast naar het verlaagde tarief ingevolge artikel 9, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968. In dit verband is in geschil of magische truffels voedingsmiddelen zijn als bedoeld in Tabel I, post a.1, Wet OB 1968.

Rechtbank Noord-Holland ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan Hof Amsterdam in zijn uitspraak van 26 september 2023 (Hof Amsterdam 26 september 2023, 22/00187, ECLI:NL:GHAMS:2023:3125, NLF 2024/0043) heeft gedaan. De magische truffels kunnen dus niet worden aangemerkt als voedingsmiddelen die onder het verlaagde btw-tarief vallen. De stelling van X dat magische truffels voldoen aan de definitie van artikel 2 Verordening 178/2002 en door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn aangemerkt als consumptiegoed in de zin van de Warenwet, brengt de Rechtbank niet tot een ander oordeel. De Verordening 178/2002 en de voorschriften van de NVWA hebben een ander toepassingsbereik en zijn uitgevaardigd met een ander doel dan de wettelijke bepalingen inzake de heffing van omzetbelasting.

Ook het beroep van X op het rechtszekerheidsbeginsel slaagt niet.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019-2021
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
8 februari 2024
Rolnummer
22/3333; 22/3334; 22/3335; 22/3336; 22/3337; 22/3338; 22/3339; 22/3340; 22/3341
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:1956
NLF-nummer
NLF 2024/0927
Aflevering
16 april 2024
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina