Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft op 20 januari 2016 een Mercedes gekocht en aangifte BPM gedaan op basis van een gebruikte auto, waarbij zij een afschrijving heeft toegepast. De RDW constateerde dat de auto slechts 123 kilometer had gereden. De Inspecteur is van mening dat sprake is van een nieuwe auto en heeft aan X een naheffingsaanslag BPM van € 18.501 opgelegd, met € 822 aan belastingrente.

Rechtbank Gelderland heeft de Inspecteur in het gelijk gesteld en het beroep van X ongegrond verklaard.

De gemachtigde van X heeft in hoger beroep bij Hof Arnhem-Leeuwarden het volgende aangevoerd:

  • de nationale rechters – waaronder dit Hof en de Hoge Raad – mogen het Unierecht niet uitleggen. Uitsluitend het HvJ is daartoe bevoegd;
  • de Rechtbank is ten onrechte ervan uitgegaan dat sprake is van een nieuwe auto;
  • de Inspecteur heeft het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel geschonden;
  • het (vooraf) heffen van griffierecht is in strijd met het Unierechtelijke beginsel van een effectieve en doeltreffende rechtsbescherming;
  • indien de Inspecteur het betaalde griffierecht dient te vergoeden, moet rente worden vergoed over de periode vanaf het moment waarop het griffierecht is betaald;
  • de regeling van het Bpb, waarbij de proceskostenvergoeding in beginsel een forfaitair karakter heeft, is in strijd met het Unierechtelijke beginsel van een effectieve en doeltreffende rechtsbescherming;
  • bij het toekennen van de proceskostenvergoeding is de Rechtbank ten onrechte uitgegaan van de lage puntwaarde en een te lage wegingsfactor;
  • het Unierecht verzet zich ertegen dat dezelfde rechters die de beslissing over een belastinggeschil nemen ook oordelen over de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn;
  • de overschrijding van de redelijke termijn dient tot een hogere immateriële schadevergoeding te leiden;
  • ook in hoger beroep is de redelijke termijn geschonden zodat (ook) voor die fase recht bestaat op een vergoeding van immateriële schade.

Het Hof verwerpt alle punten, behoudens het punt van de proceskostenvergoeding.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
6 augustus 2024
Rolnummer
22/826
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:5087
NLF-nummer
NLF 2024/1955
Aflevering
27 augustus 2024
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina