Direct naar content gaan

Samenvatting

Het vermogen van X bestond in 2015 uit bank- en spaartegoeden.

Hij stelt in deze procedure dat het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen te hoog is vastgesteld, omdat het spaarsaldo geen rendement van 4% heeft opgeleverd. 

Naar het oordeel van Rechtbank Den Haag is het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen tot het juiste bedrag vastgesteld.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de forfaitaire rendementsheffing voor de jaren 2010 en 2011 niet in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (vgl. HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:812 en 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1129). De Rechtbank ziet geen aanleiding om voor het jaar 2015 anders te oordelen.

X maakt ook niet aannemelijk dat het forfaitaire stelsel van box 3 voor hem leidt tot een individuele, buitensporige zware last. De door X ontvangen rente overschrijdt feitelijk de betaalde belasting niet, zodat in zoverre geen aanleiding bestaat om een individuele buitensporige last aan te nemen. Gelet op de omstandigheid dat in het verleden meer dan 4% rendement is behaald, is ook op langere termijn bezien geen sprake van een individuele buitensporige last.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
25 januari 2017
Rolnummer
16/7206
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2017:444
NLF-nummer
NLF 2017/0344
Aflevering
16 februari 2017
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid