Direct naar content gaan

Samenvatting

In 2011 huurde Alpenchalets Resorts woningen in Duitsland, Oostenrijk en Italië van de eigenaars en verhuurde deze woningen vervolgens op eigen naam als vakantieverblijf aan particuliere klanten. Naast accommodatie omvatte de dienstverlening het schoonmaken van de accommodatie en in bepaalde gevallen een wasserij- en broodjesservice.

Alpenchalets Resorts heeft de verschuldigde btw berekend volgens de zogenoemde winstmargebelasting die voor reisdiensten geldt, en het normale btw-tarief toegepast. Naderhand heeft zij verzocht om een wijziging van de belastingheffing en om toepassing van het verlaagde btw-tarief. De Duitse belastingdienst heeft het verzoek afgewezen. De verwijzende rechter heeft in het kader van een geding hierover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.

Het HvJ verklaart voor recht dat de artikelen 306 tot en met 310 Btw-richtlijn aldus moeten worden uitgelegd dat de enkele terbeschikkingstelling door een reisbureau van een vakantiewoning die is gehuurd van een andere belastingplichtige, of een dergelijke terbeschikkingstelling van een vakantiewoning samen met aanvullende prestaties, ongeacht het belang van deze aanvullende prestaties, één enkele dienst vormt, die valt onder de bijzondere regeling voor reisbureaus.

Het in artikel 98, lid 2, Btw-richtlijn bedoelde verlaagde tarief is niet van toepassing op het verstrekken van vakantieaccommodatie, dat onder de bijzondere regeling voor reisbureaus valt, aldus het HvJ.

Nagenoeg conform Conclusie A-G Bobek (NLF 2018/1948, met noot van Spiessens).

In deze zaak wordt het HvJ verzocht antwoord te geven op de vraag of sprake kan zijn van een reisdienst ingeval de ondernemer woningen van derden verhuurt voor vakantiedoeleinden. En als sprake is van een reisdienst, of daarop dan het verlaagde btw-tarief voor het verstrekken van een vakantieaccommodatie kan worden toegepast.

In de loop der tijd

In feite wordt gevraagd om een bevestiging van de rechtsregel uit het arrest Van Ginkel, dat de bijzondere regeling voor reisbureaus van toepassing is op de diensten van een reisbureau dat uitsluitend accommodatie verzorgt. Weliswaar is dit in latere zaken door het HvJ bevestigd, maar met het oog op het arrest Ludwig waarin een onderscheid is gemaakt tussen hoofddiensten en bijkomende diensten, kan de vraag opkomen of het HvJ daarover inmiddels een andere mening heeft gekregen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HvJ
Datum instantie
19 december 2018
Rolnummer
C‑552/17
ECLI
ECLI:EU:C:2018:1032
Auteur(s)
mr. drs. J. Gruson
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2019/0134
Aflevering
17 januari 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2133
bwbr0002629&artikel=28z&lid=1,bwbr0002629&artikel=28za,bwbr0002629&artikel=28za,bwbr0002629&artikel=28z&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina