Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is vanaf 24 november 2004 houder van een Volkswagen, type Golf. De datum eerste toelating van de auto is 5 februari 1990. Aan X zijn rekeningen gestuurd voor het voldoen van fijnstoftoeslag, onderdeel van de MRB. Vanwege het uitblijven van betaling heeft de Inspecteur voorts een naheffingsaanslag fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting opgelegd.

In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en de rekeningen terecht zijn uitgereikt.

Hof Den Haag oordeelt in de eerste plaats dat de bezwaren, voor zover gericht tegen de rekeningen, zonder voorwerp zijn. Een rekening fijnstoftoeslag is geen belastingaanslag en is ook niet in de wet aangewezen als een voor bezwaar vatbare beschikking. De Inspecteur had de bezwaren niet-ontvankelijk moeten verklaren.

De fijnstoftoeslag maakt deel uit van de MRB en is dus een belasting. Indien deze niet wordt betaald, kan de Inspecteur op de voet van artikel 20 AWR een naheffingsaanslag opleggen. Het standpunt van X dat dit niet mogelijk is, faalt.

Voor de auto is fijnstoftoeslag verschuldigd, omdat bij de RDW niet is geregistreerd hoe vervuilend de auto is. De wetgever gaat uit van de fictie dat de auto boven de vastgelegde norm van 5 milligram per kilometer presteert wat betreft fijnstofuitstoot. X heeft met een verslag van een garage, dat geen uitslag omvat van de fijnstofuitstoot, het tegendeel niet bewezen.

Het Hof verwerpt alle stellingen. De naheffingsaanslag is terecht opgelegd. Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2020-2022
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
10 januari 2024
Rolnummer
23/5; 23/6; 23/7
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:1062
NLF-nummer
NLF 2024/1827
Aflevering
6 augustus 2024
bwbr0006324&artikel=23&lid=4,bwbr0006324&artikel=23&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina