Aan welk tarief zijn rondleidingen door de Amsterdamse Arena onderworpen? Prejudiciële vraag
HR, 12 augustus 2016
Gerelateerde content
- Wet en parlementaire geschiedenis
- Internationale regelgeving
- Lagere regelgeving
- Besluiten
- Jurisprudentie(16)
- Commentaar NLFiscaal
- Literatuur
- Recent
Samenvatting
Tegen welk btw-tarief moeten rondleidingen in de Amsterdamse Arena worden belast? Het gaat om rondleidingen onder leiding van een gids met als afsluiting een bezoek aan het eveneens in de Arena gevestigde Ajax-museum.
De vraag is al voor de derde keer voorgelegd aan de Hoge Raad. Na het tweede verwijzingsarrest (13/03007, ECLI:NL:HR:2014:3210) heeft Hof Den Bosch geconcludeerd dat de rondleidingen zijn onderworpen aan het algemene tarief van 21%. Bij de beoordeling van het derde cassatieberoep vraagt de Hoge Raad zich af of bij één ondeelbare dienst toepassing van twee verschillende btw-tarieven mogelijk is. Hij heeft over deze kwestie een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie (HvJ).
De zaak is aangehouden.
Eerder oordeelde de Hoge Raad dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is op de tours, omdat geen toegang wordt verleend tot primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen en in principe ook niet tot een museum. De Hoge Raad oordeelt thans dat de tours – ook al zijn zij voor de modale consument (enigszins) vergelijkbaar met vermaak, dagrecreatie en musea – van het verlaagde btw-tarief moeten worden uitgesloten.
Gevoelsmatig lijkt dit wellicht een (te) strenge interpretatie van de Hoge Raad. Ik denk evenwel dat de Hoge Raad niet anders kan oordelen, omdat hij gebonden is aan de door het HvJ uitgezette lijn. Uit eerdere rechtspraak volgt immers dat het verlaagde btw-tarief beperkt moet worden toegepast en zodanig beperkt moet worden uitgelegd dat niet snel sprake zal zijn van (soort)gelijke prestaties .