Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (Rijnvarende; belanghebbende) was heel 2017 als kapitein werkzaam in het internationaal vervoer over de Europese binnenwateren. Zijn werkgever (hierna: A) was gevestigd in Liechtenstein. X heeft zijn werkzaamheden voor A niet binnen het grondgebied van Liechtenstein verricht. Aan X is door de SVB een A1-verklaring afgegeven waarin staat dat vanaf 6 februari 2016 tot en met 31 augustus 2018 op hem de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is.

In geschil is allereerst of bij de aanslag IB/PVV 2017 van X terecht de vrijstelling premie volksverzekeringen is geweigerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden dient zich te richten naar de A1-verklaring van de SVB, ook indien die verklaring nog niet onherroepelijk vaststaat (HR 5 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1725), zoals in casu het geval is. Nu de Inspecteur in overeenstemming met die A1-verklaring premie heeft geheven, kan het beroep van X op vrijstelling van premie volksverzekeringen reeds daarom niet slagen.

X komt voorts niet in aanmerking voor een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van zijn looninkomsten uit Liechtenstein. Hij heeft zijn werkzaamheden niet binnen het grondgebied van Liechtenstein verricht en heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat het loon in Liechtenstein is onderworpen aan een belastingheffing naar het inkomen.

Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad heeft op 17 november 2023 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (23/00257)

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
13 december 2022
Rolnummer
21/00951
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:10639
NLF-nummer
NLF 2023/0080
Aflevering
5 januari 2023

Naar de bovenkant van de pagina