Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(1)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is een in het VK gevestigde, naar het recht van het VK opgerichte, ‘open-end-beleggingsinstelling’. X stelt, kort samengevat, met een beroep op het Unierecht, dat zij recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting omdat zij vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling (hierna: fbi).

Hof Den Bosch oordeelt in hoger beroep dat het verzoek van X om teruggaaf van dividendbelasting voor zover het betrekking heeft op de boekjaren 2006/2007 en 2007/2008 terecht is afgewezen, aangezien niet is komen vast te staan dat de teruggevraagde dividendbelasting ten laste van X is ingehouden. Het Hof komt voor die boekjaren niet meer toe aan de vraag of X objectief vergelijkbaar is met een fbi.

Voor de boekjaren 2008/2009 tot en met 2010/2011 betwist de Inspecteur niet dat dividendbelasting is ingehouden en komt het Hof aan een inhoudelijke beoordeling toe.

Het Hof verwijst naar zijn uitspraak van 18 januari 2023 (20/00144 e.a., ECLI:NL:GHSHE:2023:67, NLF 2023/0240) over een met X vergelijkbaar, maar in Duitsland gevestigd, beleggingsfonds en oordeelt dat X onvergelijkbaar is met in Nederland gevestigde fbi’s. Ook het VK kiest er namelijk voor om niet aldaar woonachtige of gevestigde aandeelhouders niet in de heffing te betrekken ter zake van uit Nederland stammend dividendinkomen. Reeds daarom moet het hoger beroep dat betrekking heeft op de boekjaren 2008/2009 tot en met 2010/2011 ongegrond worden verklaard.

Aangezien X niet aan de hand van een drukvergelijking (of anderszins) uiteen heeft gezet of en, zo ja, in hoeverre een overigens met X vergelijkbare ingezeten belastingplichtige aan een lagere belastingdruk ter zake van hetzelfde dividendinkomen zou zijn onderworpen, leidt ook dit standpunt niet tot het verlenen van teruggaaf met betrekking tot de boekjaren 2008/2009 tot en met 2010/2011.

De Hoge Raad heeft op 20 september 2024 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Dividendbelasting
Belastingtijdvak
2006 t/m 2011
Instantie
HR
Datum instantie
20 september 2024
Rolnummer
23/02137
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1250
NLF-nummer
NLF 2024/2151
Aflevering
24 september 2024
bwbr0002515&artikel=11a,bwbr0002515&artikel=11a

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid