Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De Heffingsambtenaar heeft op 5 februari 2018 naar aanleiding van verlaging van de WOZ-waarde van de woning van X (belanghebbende) de aanslag watersysteemheffing 2010 met € 4,30 verminderd. Daarnaast heeft de Invorderingsambtenaar een beschikking invorderingsrente van € 1,20 genomen. X meent dat het bedrag aan te vergoeden invorderingsrente op € 2 dient te worden vastgesteld en is daarom in beroep en hoger beroep gegaan.

X heeft met betrekking tot de aanslag watersysteemheffing 2010 geen uitstel van betaling gevraagd.

Op basis van de met ingang van 1 januari 2013 geldende wetgeving bestaat dan geen recht op vergoeding van invorderingsrente. Dit betekent dat het bedrag aan invorderingsrente niet op € 2 kan worden bepaald en dat de beschikking invorderingsrente van € 1,20 in stand blijft omdat X door het instellen van (hoger) beroep niet in een nadeliger positie kan komen te verkeren.

Gelet op het geringe financiële belang bestaat geen recht op een immateriële schadevergoeding wegens undue delay. Ook is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding, aldus Hof Den Bosch.

In cassatie betoogt X dat bij de vraag of de zogenoemde ’bagatel-uitzondering’ op de vooronderstelling van psychisch leed bij termijnoverschrijding (‘zeer gering financieel belang’, te weten € 15 of minder), ook nevenvorderingen meetellen als financieel belang, met name claims tot vergoeding van griffierecht en een immateriële schadevergoeding (ISV).

A-G Wattel acht het cassatieberoep ongegrond. Het lijkt de A-G evident dat griffierecht en ISV- en proceskostenvergoedingsclaims niet kunnen meetellen.

Hij geeft de Hoge Raad in overweging om bij zijn oordelen alvast vooruit te lopen op de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm, die aansluit bij rechtspraak van (bepaalde) Rechtbanken.

Los daarvan lijkt het de A-G wenselijk dat de Hoge Raad ook de immateriële schadevergoeding wegens termijnoverschrijding maximeert op het – zowel feitelijk als rechtskundig – pleitbare financiële belang bij de procedure in gevallen waarin een beroepsgemachtigde optreedt, en de bagatelgrens aanzienlijk hoger stelt dan € 15.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
1 januari 2011 t/m 5 februari 2018
Instantie
A-G
Datum instantie
17 november 2023
Rolnummer
22/04592
ECLI
ECLI:NL:PHR:2023:1042
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2024/0012
Aflevering
2 januari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6163
,bwbr0005537&artikel=8:88&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina

Cookies.

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen van deze website. Meer over ons cookiebeleid